Instellen van INDI¶
KStars kan lokale en apparaten op afstand naadloos besturen via de architectuur INDI server/client. INDI-apparaten kunnen op drie verschillende manieren werken:
Lokaal: De lokale modus is de meest gebruikelijke en wordt gebruikt om een lokaal apparaat te besturen (d.w.z. een apparaat dat direct met uw machine is verbonden).
Server: In de servermodus wordt een INDI-server ingesteld voor een bepaald apparaat dat op verbindingen wacht van clients op afstand. U kunt de servers niet bedienen, u kunt ze alleen maar starten en stoppen.
Client: De clientmodus (spreek uit klái-ent :) wordt gebruikt om verbinding te maken met INDI-servers op afstand waarop INDI-apparaten draaien. U kunt apparaten op afstand naadloos bedienen, op dezelfde manier als lokale apparaten.U kunt lokale apparaten bedienen, INDI-servers instellen en verbinding maken met clients op afstand in het menu-item
Hulpmiddelen→Apparaten→Apparaatbeheer.Hier ziet u een schermafbeelding van het venster van
Apparaatbeheer:
U kunt apparaten laten werken door in de boomweergave van apparaten te bladeren, een apparaat te selecteren, en dan op de knop
Service uitvoerente klikken. U kunt de modus kiezen: of lokaal, of als server zoals hierboven is gedefinieerd. De gebruikte poort wordt willekeurig gekozen uit de poorten 7624 - 10.000. U kunt een poort opgeven door op de kolom voor poorten te klikken naast het gewenste apparaatstuurprogramma (driver). In KStars kunnen onder een enkele INDI-server (dus onder 1 poort) meerdere drivers draaien. Selecteer deze apparaatstuurprogramma’s en klik daarna opService uitvoeren.Om apparaten op afstand te bedienen zie Apparaatbesturing op afstand.
