FITS-viewer live stapelaar¶
De FITS-viewer Live-stapelaar (Live Stacker) stapelt subframes en toont ze. Hij monitort een map en kan dus gebruikt worden om de bestaande inhoud van de map te stapelen en / of nieuwe subframes toe te voegen wanneer ze zijn genomen tijdens een live-sessie.
Meerdere Live-stapelaars kunnen uitgevoerd worden om verschillende mappen te monitoren. Deze Live-stapelaars kunnen uitgevoerd worden als aparte FitsViewer-vensters of als meerdere tabbladen binnen een enkel FitsViewer tabblad. Bovendien is het mogelijk om Live-stapelaars als een alleenstaand proces uit te voeren die nog steeds onder de controle van KStars is (het wordt gestopt wanneer KStars zelf wordt gestopt) maar heeft zijn eigen procesruimte in het besturingssysteem.
Live_stapelaar volgt de architecturale benadering van FitsViewer van het tonen van de resultaten (in dit geval van de gestapelde afbeelding) en biedt bestaande functionaliteit zoals draaien, accentuering van het object, manipulatie van het histogram, etc. om op de afbeelding te worden toegepast. De gestapelde afbeelding kan opgeslagen worden door de gebruiker met behulp van de bestaande functionaliteit voor opslaan.
Live-stapelaar werkt alleen op .fits bestanden. Ze kunnen ofwel zwart-wit of kleur zijn.
Donkere en vlakke masterbestanden kunnen als optie gespecificeerd worden om afbeeldingskwaliteit te verbeteren.
Elke sectie van invoer / uitvoerwidgets van de Live stapelaar zijn omsloten in een geminimaliseerd widget die het blok toestaat ofwel te worden uitgevouwen of geminimaliseerd.
Hierna volgt een beschrijving van de UI-widgets:
Stapelmap: dit is de map die de Livestapelaar zal bewaken. Elk bestand in de map zal gestapeld worden wanneer het Livestapelaarproces is gestart en wanneer nieuwe bestanden (subs) toegevoegd worden aan de map zullen deze toegevoegd worden aan de bestaand stapel.
Stapelmapknop: start een mapdialoogvak om een map te kiezen.
Multi-Channel (down arrow) button: Toggles between a single channel (either mono or color) subs and multi-channel. Multi-channel allows the user to combine mono subs into a color image. In this mode Red, Green and Blue must be specified and optionally Luminance can be added.
Proc / Mislukt / Totaal: uitvoerstatistieken van het aantal subs met succes verwerkt, mislukt en het totaal. Het totaal is het aantal subs in de map.
Startknop: deze knop heeft 3 standen:
“Start”: Op deze knop drukken voert het stapelingsproces uit op een subs in de stapelmap en bewaakt de map op nieuwe subs. De tekst op de knop wijzigt naar “Stop”.
“Stop”: op de knop drukken stopt het bewaken van de map en annuleert elke inkomende stapelingsbewerking. Knoptekst wijzigt in “Annuleren…”.
“Annuleren…”: Knop kan niet ingedrukt worden. Wanneer de annuleringsbewerking gereed is, reset de knoptekst naar “Start” en de gebruiker kan een ander stapelingsproces starten.
Live Stacker Monitor button: Launches the Live Stacker Monitor window. See the section on Live Stacker Monitor for more details.
Calc SNR: Switch to turn on or off calculation of SNR for each sub and the stacked image. Usually useful to turn on, but if performance is key this can be toggled off.
SNR Av / Min / Max: uitvoerstatistieken van de subs tot nu verwerkt. Gemiddelde SNR / Minimum SNR / Maximum SNR.
Geheugenwidget: toont de hoeveelheid geheugen die het huidige proces gebruikt als een percentage van het beschikbare geheugen. Probeer het geheugengebruik in het groen (<50% van beschikbaar) in plaats van amber (<70%) of rood (>=70%). Dubbelklik op het widget om tekst te verbergen en alleen de voortgangsbalk te tonen.
Afbeelding-SNR: dit is de SNR van de gestapelde afbeelding op dat moment.
Knop voor instellingen opslaan. Deze slaat de configuratie van de Livestapelaar op op de schijf.
Help button: Launches web documentation for Live Stacker.
Kalibratie-instellingen:
This section changes depending on whether single channel or multi-channel mode is selected. In single channel mode there is 1 dark and 1 flat associated with the stack dir. In multi-channel mode there is a dark and flat associated with each of the 4 stack dirs: Red, Green, Blue and Luminance.
Master donker: blank of padnaam naar een Master donker .fits bestand om gebruikt te worden door kalibratie subs.
Knop voor Master donker: start een bestandskiezerdialoogvak om een Master donker te kiezen
Master vlak: blank of padnaam naar een Master vlak .fits bestand om gebruikt te worden voor het kalibreren van subs.
Knop voor Master vlak: start een bestandskiezerdialoogvak om een Master vlak te kiezen
Instellingen voor uitlijnen:
Master sub: blank of padnaam naar de sub om gebruikt te worden om alle andere subs naar uit te lijnen. Indien blank, wordt de eerste sub gebruikt als uitlijnmaster.
Knop voor Master sub: start een bestandskiezerdialoogvak om een Master sub te kiezen
Methode: Plaat oplossen. Gebruik plaat oplossing als de methode voor uitlijnen van subs.
Instellingen voor stapelen:
In geheugen subs. Dit specificeert het maximum aantal subs dat op elk moment in geheugen gehouden wordt en specificeert het aantal subs dat een transitie uit de initiële stapel naar de in uitvoering zijnde stapel veroorzaakt.
Het stapelproces zal dit aantal subs verzamelen (indien beschikbaar) alvorens ze te stapelen en zal doorgaan in batches van dit aantal alvorens te stapelen. Als het aantal beschikbare subs minder is dan dit dan draait het stapelproces om de gestapelde afbeelding aan de gebruiker te tonen.
Nadat dit aantal subs is bereikt, is de initiële stapelfase gereed en tussenresultaten worden vastgehouden om snel nieuwe, binnenkomenden toe te voegen aan de stapel.
Zet dit aantal laag om efficiënter te zijn met geheugengebruik. Als u echter instellingen met sigma-clipping gebruikt (of sigma-clipping met winsor) gebruikt kan dit te laag resultaten verstoren.
Omlaag schalen: opties Geen, 2x2, 3x3 en 4x4 zijn beschikbaar. Deze opties schalen de subs omlaag met de geselecteerde factor. Als bijvoorbeeld 2x2 is geselecteerd dan wordt elke groep van 2x2 pixels gemiddeld tot een enkele waarde per kleur, waarmee de breedte en hoogte van de afbeelding met een factor 2 wordt verminderd. Dus het aantal pixels in elke sub wordt verminderd met een factor 4 die het verwerken aanzienlijk zal versnellen
Methode:
Average: Frames are averaged (mean). No pixels are rejected.
Sigma-clipping: Sigma-clipping wordt toegepast op de eerste “In geheugen subs” om te worden verwerkt. Eenmaal geaccumuleerd, wordt een pixelstapel gebouwd voor elk pixel in de subs die de waarde bevat van de pixel over alle subs. De mediaan en standaard deviatie van pixelwaarden wordt berekend en elke waardes die buiten de drempels van Low Sigma en High Sigma liggen worden uitgesloten als buitenliggers. De binnenliggers worden dan gebruikt om de gestapelde afbeelding te berekenen. Als er nieuwe subs arriveren worden ze gecontroleerd tegen de opgeslagen pixelstatistieken om te bepalen of ze binnenliggers of buitenliggers zijn en overeenkomstig worden verwerkt.
SC volgens Winsor: gelijk aan Sigma-clipping behalve dat buitenliggers worden uitgesloten in Sigma-clipping, maar ze hier worden gezet naar Low Sigma / High Sigma en meegenomen worden in de berekening.
ImageMM: The ImageMM stacking method based on this paper: https://iopscience.iop.org/article/10.3847/1538-3881/adfb72 Basically this can be thought of as a combination of stacking and deconvolution. The method looks to determine the most likely deconvolved stacked image that would have created the set of observed subs. It uses an iterative approach and is extremely resource intensive. This is an experimental approach at this time.
Frameweging:
Gelijk: alle subs worden een gelijk gewicht gegeven (=1.0)
HFR: Subs krijgen een gewicht van 1 / (Av HFR). Hoe beter de sub, hoe lager de HFR en hoe hoger het gewicht.
Aantal sterren: subs worden gewogen per aantal sterren. Dus hoe beter de sub, hoe hoger het aantal sterren gedetecteerd en hoe hoger het gewicht.
Low Sigma (clipping met sigma en Winsor SC methoden). Dit is het aantal standaard deviaties aan de lage kant van de mediaan om pixels uit te knippen.
High Sigma (clipping met sigma en Winsor SC methoden). Dit is het aantal standaard deviaties aan de hoge kant van de mediaan om pixels uit te knippen.
Winsor cutoff (Winsor SC methode). Dit is het aantal standaard deviaties weg van de mediaan om te gebruiken als cutoff om buitenliggende waarden aan te passen alvorens Sigma-clipping uit te voeren.
Iteration (ImageMM). This specifies the maximum number of iterations the algorithm will attempt. Increase the number for more accurate performance but at the expense of performance.
Kappa (ImageMM). Clamps iterative updates in the range 1/kappa to kappa. So kappa=1 means no update for the iteration. Increase kappa for bigger updates but if you see signs of over “deconvolving” the image then reduce kappa.
Alpha (ImageMM). Damping between iterations by blending alpha * this iteration with (1 - alpha) * last iteration.
Sigma Scale (ImageMM). Reduce calculated image sigma by this scale factor. Reduce if you see ringing artifacts.
PSF Update (ImageMM). Update PSF every nth iteration. Set to zero to disable. Updating too frequently can lead to artifacts. This is quite computationally intensive.
Instellingen voor nabewerking:
Opties voor nabewerking kunnen aan / uit gezet worden met het bijbehorende geminimaliseerde keuzevakwidget. Het systeem draait de nabewerking tijdelijk uit tijdens de initiële stapelingsfase om verwerking te versnellen. Daarna is de controle weer bij de gebruiker.
Deze instellingen worden toegepast op de gestapelde afbeelding om zijn uiterlijk te verbeteren. Er zijn 3 hulpmiddelen: Deconvolutie, Ruis verwijderen en Verscherping. De typische te gebruiken parameters moeten gevonden worden door experimenteren door de gebruiker. Door wijziging van waarden en op de knop Opnieuw verwerken indrukken, de gebruiker kan waarden aanpassen en de nabewerking uitvoeren zonder opnieuw het stapelproces uit te voeren.
Deconvolutie-instellingen:
Wiener-deconvolutie kan toegepast worden op de afbeelding. De te gebruiken PSF-sigma moet gespecificeerd worden samen met een hoeveelheid.
Deconv-hoeveelheid: dit is de hoeveelheid van de gedeconvoleerde afbeelding om te mengen met het originele gestapelde afbeelding. De reeks ligt tussen 0 (geen deconvolutie) naar 1 (alleen de gedeconvoleerde afbeelding gebruiken). Zet in op 0 om deconvolutie uit te schakelen.
PSF-sigma. De te gebruiken PSF-sigma in het deconvolutieproces.
Instellingen voor ruisreductie:
Hoeveelheid ruisverwijdering: de hoeveelheid toe te passen ruisreductie. Hogere waarden doen meer ruisverwijdering. Zet op 0 om ruisverwijdering uit te schakelen.
Instellingen voor verscherping:
Een basis masker voor onscherpte gebruikt een verscherpingsalgoritme.
Sharpen Amount: The amount of sharpening to apply. Higher values sharpen more. Set to 0 to disable sharpening.
Verscherpingskernel. De grootte van de kernel gebruikt voor verscherpen in pixels (gewoonlijk 5 of 7 werkt goed). Kies een oneven geheel getal.
Sigma van verscherpen. De sigma gebruikt in het verscherpingsproces
Verwerk opnieuw:
Knop Opnieuw verwerken. op deze knop drukken laat de functie voor nabewerking uitvoeren (Deconvolutie, Ruisreductie en Verscherping) op de gestapelde afbeelding met gebruik van de huidige waarden van de instellingen voor nabewerking. Dit betekent dat op een gestapelde afbeelding de gebruiker instellingen kan aanpassen en opnieuw uitvoeren, opnieuw aanpassen en opnieuw uitvoeren, etc.
Gebruik van de Live-stapelaar voor de eerste keer¶
Hier zijn enige suggesties voor het gebruik van de Live-stapelaar voor de eerste keer:
Begin bij daglicht op uw afbeeldingencomputer / opzet met enige subs die u al hebt genomen tijdens een vorige opnamesessie. Als u zeg 30 subs hebt dan zal dat genoeg zijn om te zien hoe Live stapelen zich gedraagt.
Selecteer de map van de subs en druk op Start. De standaard parameters zouden relatief geheugenefficiënt moeten zijn maar kunnen aanpassing nodig hebben.
Zie hoe het Geheugenwidget presteert; u wilt geheugengebruik groen houden of op zijn slechts af en toe Amber. Als u problemen hebt met prestaties en / of geheugengebruik dan zijn hier de dingen om te versnellen (begin bovenaan en werk omlaag in de lijst):
Omlaagschalen: gebruikelijk 2x2 is genoeg om aanzienlijk de prestaties met mono subs. Kleurensubs kunnen meer omlaag schalen nodig hebben.
Subs in geheugen: verlaag dit aantal. Het zal dan minder subs tegelijk in geheugen houden. Merk op dat voor Sigma-clipping en SC met Winsor dit potentieel de afbeeldingskwaliteit zal aantasten.
Kalibratie bestanden: een donker en / of een vlakke master toevoegen zal de afbeeldingskwaliteit verbeteren, potentieel aanzienlijk, maar ten koste van extra verwerking.
Weging van frames: gelijk is de meest efficiënte optie. Aantal sterren vereist een extra stap tijdens Plaat oplossen dus zal altijd langzamer zijn. HFR vereist dezelfde extra stap als Aantal sterren maar heeft ook meer berekening nodig dus is de langzaamste optie. HFR en Aantal sterren zou, echter, een beter resultaat geven dan gelijke weging.
Afwijsmethode: geen is veel efficiënter dan de andere opties (ten koste van een potentieel beter resultaat).
U kunt het stapelproces opnieuw uitvoeren vanaf het begin door gewoon op Start te drukken, dus is het gemakkelijk om parameters aan te passen en opnieuw uit te voeren.
Het wordt aanbevolen om nabewerking tijdens vroege stappen uit te schakelen en er later op terug te komen (zie onderstaand). Om dat te doen ga na dat de hoeveelheden Deconvulutie, Ruisreductie en verscherping allen zijn gezet op 0.
Wanneer u een configuratie hebt waarmee u gelukkig bent druk op Instellingen opslaan en dat zal de standaard configuratie zijn voor volgende instellingen.
Nabewerking¶
Wanneer u de instellingen voor stapelen gereed hebt voor uw apparatuur dan zou u de nabewerkingsopties uit willen proberen. Merk op dat de instellingen die u kiest toegepast zullen worden elke keer dat de Live-stapelaar een stapel toont, bijv. wanneer een nieuwe sub wordt toegevoegd aan de stapel. Daarom wanneer u de stapel opzet is het aan te raden om nabewerking uit te zetten en dan wanneer stapelen is beëindigd, om ermee te experimenteren.
Om te experimenteren, zet een van de opties en druk op Opnieuw verwerken. U kunt daarna de parameter aanpassen en Opnieuw verwerken opnieuw indrukken totdat u de optimale instellingen hebt.
Live Stacker Monitor¶
Pressing the Live Stacker Monitor button launches the Live Stacker Monitor window. The purpose of the Monitor is to display more information at the subframe level about the subs being stacked.
The Monitor displays a grid with 1 row for each sub in the directory / directories selected. The columns are configurable: right click on the column header to display a menu of columns that may be selected or deselected, or double click a column header to remove a column. In addition, the column order may be changed by clicking dragging a column header to a new location.
Single clicking a column sorts the grid on that column and toggles between an ascending sort and a descending sort.
The alignment master sub has a yellow background. If a sub fails to process it has a pink background. The “Highlighting” checkbox will also highlight cell changes as updates are processed.
Tooltips on the column headers explain what each column represents but in summary the columns represent the stacking workflow with relevant information from each step: 1. Miscellaneous columns: ID, pathname, filename, channel(s) and overall status. 2. Loading: displays timings and status of the load step and SNR of the sub. 3. Plate Solving: displays timings, status, average HFR, number of stars. 4. Stack Waiting: displays timings, status of a sub once loaded before the next stacking step. 5. Calibration: displays timings, status. Note that calibration is optional. 6. Alignment: displays timings, status and x, y and rotation of the sub to align with the master. 7. Stacking: displays timings, status and stacking weight.
A good way to use the Monitor is to select columns that are relevant to you and order by the ID column so most recent subs are at the top.
Single Channel vs Multi-Channel Mode¶
Live-stapelaar start in modus enkel kanaal. Dit staat een enkele stapel toe met zwart-wit of kleur subs.
It is also possible to create color images from individual stacks of mono images. To do this, activate multi-channel mode by expanding the stack directory dropdown toggle (see the red box below) which will then display input directories for Red, Green, Blue and Luminance.
Live Stacker will then stack files in each of the directories and then watch the directories for new files. If an RGB stack is required, fill in Red, Green and Blue (and leave Luminance blank). Live Stacker will then process a stack for each channel, apply a “linear fit” between channels, and combine into a color image for display.
Optionally, a Luminance channel can be added to produce an LRGB image. In this mode, the RGB channels are combined with the Luminance channel to produce a single color image.
Narrowband filter stacks can be combined into color images: SHO, HOO, etc.
If less than 3 stacks are available, for example whilst doing an HOO image, fill in the same directory to the appropriate channels. E.g. for an HOO image set Red to the Hydrogen directory and Green and Blue to the Oxygen directory.
Live-stapelaar uitvoeren¶
Het is mogelijk meer dan 1 Live-stapelaar uit te voeren om meerdere mappen te monitoren. Dit zou nuttig zijn als u meerder doelen of filters bekijkt en een oogje op alles wilt houden zonder de Live-stapelaar periodiek te restten naar een nieuwe map.
Live-stapelaar wordt gestart door “Live-stapelaar…” te selecteren uit de KStars hemelkaart. “Live-stapelaar…” een tweede keer selecteren zal een andere Live-stapelaar starten. Afhankelijk van hoe FITS-viewer is geconfigureerd zal bepalen of meerdere Live-stapelaarvensters worden gestart (“Opnemen in een enkel venster” niet geactiveerd) of er meerdere tabbladen binnen een enkel venster van Live-stapelaar worden gestart (“Opnemen in een enkel venster” geactiveerd).
Standaard is naam van het tabblad voor Live-stapelaar “(n) Mappad” waar n is het aantal subs in Mappad. Klik rechts op de tabbladnaam om de naam naar wat u wilt te wijzigen. Dit is speciaal nuttig bij uitvoeren van meerdere exemplaren van Live-staplaar als aparte tabbladen.
De opties van “eigen proces van Live-stapelaar” biedt Live-stapelaar het opstarten als een apart proces. Wanneer “eigen proces van Live-stapelaar” niet is geaccentueerd, zal Live-stapelaar in de procesruimte van KStars / Ekos verblijven. Het voordeel van uitvoeren van Live-stapelaar als zijn eigen proces dan is dat als het crasht het niet andere functionaliteit van KStars / Ekos.
FITS-viewer Live-stapelaar¶
Live-stapelaar is geïntegreerd in de FITSViewer. Dat betekent dat de FITSViewer functionaliteit toegepast kan worden op gestapelde afbeeldingen getoond in Live-stapelaar. Bijvoorbeeld:
Afbeeldingsstapel wordt opgeslagen op schijf.
Een opgeslagen beveiligde gestapelde afbeelding.
Knipperfunctionaliteit gebruiken naast stapelen.
In- en uitzoomen.
De afbeelding draaien
Sterren markeren en afgesneden sterren accentueren
Plaat oplossen van de gestapelde afbeelding, hoewel standaard het stapelproces het al zal hebben plaat opgelost.
Aanpassingen aan Stretch / Histogram
Vorige afbeeldingsstatistieken / FITS eader-eywords
Catalogus objecten bekijken (bijv. Simbad-objecten)
Problemen met problemen oplossen¶
De vooraf vereisten voor Live-stapelaar zijn dat KStars is gebouwd met WCS, CFITIO en OpenCV. Als iets van deze componenten niet aanwezig is, zal het menu-item van Live-stapelaar in de Hemelkaart niet zichtbaar zijn en Live-stapelaar zal uitgeschakeld zijn.
Subframes moeten WCS FITS-sleutelwoorden hebben. Deze worden toegevoegd door het Indi-apparaatstuurprogramma wanneer WCS is ingeschakeld. Ook, op het tabblad FITS-opties, in Ekos, AutoWCS zou ingeschakeld moeten zijn.
Live-stapelaar maakt gebruik van KStars interne Plaat oplossen dus is het cruciaal dat opgezet is om juist te werken. Plaat oplossen in KStars is flexibel en functioneert zoals Uitlijnen en Gids die hun eigen Plaat oplossende SEP profielen. Live-stapelaar gebruikt de FITSViewer Plaat oplossende functionaliteit en standaard profiel, dus is dit het te controleren profiel als u problemen hebt. Ga naar het tabblad Plaat oplossen in FITSViewer en zie welk standaard SEP-profiel u gebruikt. Kies een andere als dat voor u werkt. Ga na dat u betrouwbaar subframes kunt plaat oplossen van subframes met uw gekozen SEP-profiel. Zie de sectie Fits-viewer oplosser van dit handboek voor meer informatie.