Uitlijnen¶
Inleiding¶
The Ekos Alignment Module enables highly accurate GOTOs and can measure and correct polar alignment errors. This is possible thanks to third-party plate-solving technology. The main plate-solving software used is the StellarSolver package, which itself makes use of the offline (and online) astrometry.net, ASTAP and Watney solvers. Ekos begins by capturing an image of a star field, feeding that image to the chosen solver (e.g. see astrometry.net, StellarSolver or ASTAP), and gets in return the central coordinates (RA, DEC), scale, and orientation of the image. The solver essentially performs pattern recognition against a catalog of millions of stars. Once the coordinates are determined, the true pointing of the telescope is known.
Vaak is er een verschil tussen de bekende kijkrichting van de telescoop, en de werkelijke kijkrichting. Dit verschil kan oplopen van een paar boogminuten, tot aan een aantal graden. Ekos kan dit verschil opheffen door de nieuwe coördinaten te synchroniseren en dan de opstelling te draaien tot aan het aanvankelijk gewenste doel.
Ekos biedt ook een assisterend hulpmiddel voor polair uitlijnen om polaire uitlijnfouten te corrigeren. Het neemt drie afbeeldingen, met zwenken tussen de afbeeldingen en berekent de offset tussen de as van de opstelling en de polaire as. Het koppelt terug aan de gebruiker de aanpassingen in hoogte en azimuth nodig om deze assen uit te lijnen. Deze afbeeldingen worden typisch genomen dichtbij de hemelpool (dichtbij de Poolster voor het Noordelijk halfrond) maar kan goed werken van overal elders, gewoonlijk beginnend dichtbij de meridiaan en zwenkend Oost of West.
U heeft minstens een CCD/Webcam nodig en een telescoop die luistert naar commando’s voor draaien & sync. De meeste commerciële telescopen voldoen hier tegenwoordig aan.
Typisch gebruik¶
Voordat u de uitlijnmodule gebruikt van Ekos, is het uitlijnen van uw opstellingen met behulp van uitlijnen met 1, 2 of 3 sterren niet echt nodig, maar bij sommige opstellingen (monteringen) wordt eerst ruw uitlijnen met 1 of 2 sterren aanbevolen, voordat u meteen begint met de uitlijnmodule van Ekos. Als u EQMod gebruikt kunt u de uitlijnmodule van Ekos meteen gebruiken. GOTO uitlijnen houdt typisch de volgende stappen in:
Start KStars en Ekos en verbind met INDI.
Breng uw opstelling uit de parkeer stand naar zijn basispositie (gewoonlijk de NCP (noordelijke hemelpool) voor equatoriale opstellingen).
Draai naar een dichtbije heldere ster met het commando draai telescoop in de Hemelkaart met het commando
Draai de telescoop naar de positie van de muisaanwijzer
.Selecteer
Draaien naar doel
in deOplosactie
op de uitlijnpagina.Nadat draaien klaar is, klikken op
Opnemen & Oplossen
op de uitlijnpagina.
Uitlijnen zal een afbeelding opnemen en het proberen op te lossen. Lukt het oplossen, dan zal Ekos een sync-opdracht naar de opstelling zenden en er naar draaien. De resultaten worden getoond in het tabblad Oplosresultaten
, samen met een doelwit-diagram waarin het verschil wordt getoond van de telescoopcoördinaten (dat is het punt waarnaar de telescoop denkt dat deze kijkt) vs. de werkelijke positierichting aan de hemel, zoals berekend met oplossen). Uitlijnen zal stoppen als het binnen de gewenste fouttolerantie is, anders zal het het proces Draaien/Opnemen/Oplossen/Synchroniseren herhalen totdat het binnen de tolerantie is.
Elke keer na het met succes oplossen, kan Ekos het volgende doen:
Sync
: Maakt de telescoopcoördinaten gelijk aan de berekende coördinaten.
Draaien naar doel
: Maakt de telescoopcoördinaten gelijk aan de berekende coördinaten, en draait de opstelling daarna naar het doel.
Niets
: Alleen oplossen van afbeelding en de oplossing tonen.
Opties voor StellarSolver configureren¶
Om de oplossers te gebruiken moet u eerst de opties van StellarSolver configureren. De bovenstaande pagina wordt getoond bij klikken op de knop Opties
rechtsonder op de pagina Uitlijnen, selecteer daarna het tabblad StellarSolver opties
. Begin met de Ingebouwde methode voor oplosser
Methode van bronextractie
zodat elke oplosser zijn code met voorkeur voor sterextractie gebruikt. Voor Oplosmethode
bevelen we het kiezen van Interne oplosser
aan om de kopie van StellarSolver van de code van Astrometry.net te gebruiken of kies Lokale ASTAP
als u daar de voorkeur aan geeft. De online astrometry oplosser is accuraat, maar kan lang duren om op te lossen vanwege alle vereiste gegevenstransport. Voor Optiesprofiel
, begin met het profiel 1-Standaard
.
Er zijn twee andere kleinere opties. WCS
: World-Coordinate-System is een systeem voor het inbedden van informatie over equatoriale coördinaten in de afbeelding. Wanneer bij het beschouwen van een opgeloste afbeelding, kunt u de muisaanwijzer er boven houden en de coördinaten bekijken van elke pixel afzonderlijk. U kunt ook ergens in de afbeelding klikken, en de telescoop opdracht geven daar naar toe te draaien. Het is zeer aan te raden deze optie in te schakelen. Overlay
legt opgenomen afbeeldingen over de hemelkaart van KStars.
Externe programma’s van StellarSolver configureren¶
Dit is alleen vereist als u een van de externe programma’s voor uw Oplosmethode
kiest. Als u Interne oplosser
kiest, dan is dat niet nodig.
U moet nagaan dat de paden juist zijn voor de door u gekozen oplosser. Het hoofdmenu-item selecteer een van de standaard sets
configureert de vakken gewoonlijk juist.
Schaal en positie van StellarSolver configureren¶
Deze pagina vertelt Ekos of u uw zoeken van plaat-oplossen wilt beperken tot schaal of positie.
Schaal kan de breedte van de afbeelding in graden zijn (dw
), de breedte van de afbeelding in boogminuten (aw
) of de pixelbreedte in boogseconden (app
). Alles zou moeten werken, maar boogseconden per pixel is aanbevolen. U wilt deze beperking typisch gebruiken voor sneller oplossen, we bevelen dus aan dit vak te accentueren. Het systeem vereist niet dat de schaal exact juist is–het staat afwijkingen van 10-20% toe. Echter, frequente problemen gerelateerd aan oplossen zijn vanwege een gebruikte inaccurate schaal. Daarom, als u problemen hebt met plaat-oplossen, dan zou u Schaal gebruiken
willen deactiveren totdat die problemen zijn opgelost. Dit zal waarschijnlijk resulteren in langere oplostijden. Automatisch bijwerken
zal automatisch het schaalvak invullen met de schaal gevonden in de meest recente succesvolle oplossing.
De RA en DEC posities zijn gewoonlijk ingevuld uit de positie waarvan de telescoop denkt dat het naar wijst. Natuurlijk vereist het systeem geen exact correcte positionele beperking–het doel van plaat-oplossen is het vinden van die positie. De maximale afstand in graden van de gespecificeerde positie naar de actuele positie is gegeven door het veld Straal
. Plaat-oplossen zal mislukken als de gespecificeerde positie verder weg is. U wilt typisch Positie gebruiken
gebruiken voor sneller oplossen, we bevelen dus het activeren van dit vak aan. Echter, frequente problemen gerelateerd aan oplossen zijn vanwege het gebruiken van een slechte positionele schatting (bijv. de telescoop is belangrijk verkeert uitgelijnd). Daarom, als u problemen hebt met plaat-oplossen, dan zou u Positie gebruiken
willen deactiveren totdat die problemen zijn opgelost. Zoals genoemd, dit zal resulteren in langere oplostijden. Automatisch bijwerken
zal het vak positie met de positie gevonden in de meest recente succesvolle oplossing invullen. Echter, een draaiing zal de positie naar de positie waar de telescoop denkt naar te wijzen na de draaiing bijwerken.
Profielen van StellarSolver configureren¶
Dit van toepassing als u de (aanbevolen) Interne oplosser
gebruikt Oplosmethode
.
U kunt een Optiesprofiel
kiezen op het tabblad Opties van StellarSolver
. Profielen zijn eenvoudig verzamelingen van parameters om de prestaties van het systeem sterextractie en plaat-oplossen binnen StellarSolver te configureren. Het profiel 1-Standaard
is aanbevolen om mee te beginnen. Er zijn een paar andere mogelijke profielen zoals Grote schaal oplossen
, Kleine schaal oplossen
en Enkel thread oplossen
.
In het tabblad Profielbewerker van uitlijnopties
kunt u profielen bekijken en bewerken. Er zijn vele parameters, de meeste ervan hoeft u niet te wijzigen op problemen op te lossen. Er zijn 3 typen parameters.
De bovenste sectie met label
Sextractor Parameters
(met kolomkoppenExtractie parameters
,Ontmenging parameters
enFotometrie parameters
) zijn sterextractie parameters–dat zijn diegenen die helpen bij het vinden van sterren in uw afbeelding.De tweede sectie met label
Ster filter parameters
filtert/reduceert het aantal geëxtraheerde sterren voor het verzenden van de lijst naar ofwel de plaat-oplosser (bij uitlijnen of polaire uitlijning) of voor autofocus of de interne gids (wanneer alleen een lijst met sterren nodig is).De derde sectie met label
Astrometry parameters
past de prestatie van plaat-oplossen aan.
Alle invoervelden hebben tekstballonnen die getoond worden als u uw muis boven het invoervak laat zweven.
U kunt wijzigingen in de waarden aanbrengen en het profiel opslaan als u dat wil of de originele waarden van het profiel herstellen.
Sterextractie parameters¶
De kolomkoppen zijn koppelingen naar de handleiding van Sextractor die de hoofdbron voor deze parameters is. Bekijk die koppelingen om details te vinden over alle parameters. We zullen sommige van de parameters die u misschien zou willen aanpassen, even aanraken. Het is waarschijnlijk het beste niet te verdwalen in het wijzigen van de meeste van deze waarden.
Drempelmeervoud
enDrempeloffset
hebben te maken met hoe gevoelig het systeem zal zijn op pixelwaarden. Het niveau van de achtergrond wordt vermenigvuldigt metDrempelmeervoud
en daarna wordtDrempeloffset
er bij opgeteld. Als een waarde van een pixel groter is dan het resultaat, dan kan het gebruikt worden om een ster te detecteren. Daarom kunnen lagere waarden (speciaal voor meervoud) zelfs vage pixels gedetecteerd worden als sterren. Hogere waarden zullen het aantal gedetecteerde sterren verminderen.
Min gebied
is het minimale gebied voor een detectie van een ster–gebied is is in vierkante pixels waar alle pixels waarden hebben hoger dan de drempelwaarden. Als u kleine ruis pieken als sterren detecteert, dan zou u dit willen verhogen. Als u gewenste kleinere echte sterren niet detecteert, misschien is uwMin gebied
te hoog.
Conv FWHM
zou aangepast moeten worden tot ruwweg het geziene in uw gebied in pixels. De afbeelding wordt glad gestreken met deze hoeveelheid voordat detectie van sterren wordt geïnitieerd.
Filterparameters van ster¶
Deze filtering wordt meestal gedaan omwille van snelheid, evenals voor verwijderen van afgesneden sterren of erg elliptische objecten die sterrenstelsels kunnen zijn. We zullen kort iets zeggen over sommige van de parameters die u zou kunnen aanpassen. Nul waarden voor deze parameters schakelen het filter uit. Echter, nog eens, het is waarschijnlijk het beste niet te rommelen met het wijzigen van de meeste van deze waarden.
Initieel behouden
enSterren behouden #
heeft een relatie met het aantal sterren teruggegeven door het systeem. Het systeem zal initieel zijn detectie-algoritme uitvoeren en een aantal mogelijke detecties vinden. Het zal die lijst filteren, waarbij alleen deInitieel behouden
helderste sterren worden behouden. Het zal daarna de rest van de filtering uitvoeren, inclusief de HFR van al die sterren uitrekenen en tenslotte alleen een lijst starren metSterren behouden #
. Geen van (uitlijnen, autofocus, richten) type gebruik van StellarSolver vereist duizenden sterren om hun taak uit te voeren en hoe meer sterren te verwerken hoe langzamer de bewerking. Een initiële lijst met 1000 sterren en een paar honderd teruggegeven sterren zou voldoende moeten zijn voor de meeste toepassingen.
Max grootte
enMin grootte
filtert sterren op hun groottes (pixeldiameters) en zijn gelijk in gebruik naast bovenstaandMin gebied
.
Max ellips
specificeert hoe elliptisch een star mag zijn voordat het wordt verwijderd. 2 zou betekenen dat de grootste as twee keer groter mag zijn dan de de kleine as.
Helderste afsnijden
enZwakste afsnijden
verwijdert de X% helderste of zwakste sterren uit de beschouwing.Sat limiet
verwijdert sterren waarvan de pixelwaarden dat percentage van de maximale pixelwaarde overschrijdt–om verzadigde sterren te verwijderen.
Parameters voor oplossen van platen¶
Deze parameters voor oplossen van platen hebben meestal te maken met hulpbronnen voor rekenen.
Zoekstraal
is de afstand van de schatting van de positie in graden die doorzocht mag worden alsPositie gebruiken
is geactiveerd.
Maximale tijd
is het maximale aantal seconden dat plaat-oplossen zal draaien voordat de tijd verloopt.
Downloaden Index-bestanden¶
Indexbestanden zijn vereist als u de Interne oplosser
kiest of Lokale astrometrie
Oplosmethode
.
Voor offline (en externe) oplossers, zijn indexbestanden nodig. De complete verzameling indexbestanden is enorm (meer dan 30 GB), maar u hoeft alleen de nodige bestanden te downloaden. Indexbestanden zijn gesorteerd op GV (gezichtsveld, FOV: field of view)-bereik. Er zijn twee manieren voor het ophalen van de nodige indexbestanden: de nieuwe downloadondersteuning in de uitlijnmodule, en de oude handmatige manier.
Automatische download¶
Automatisch downloaden is alleen maar beschikbaar voor Ekos-gebruikers in Linux® & MacMac® OS;. Gebruikt u Windows® dan kunt u de ANSVR-oplosser downloaden.
U krijgt toegang tot de downloadpagina met de knop Opties
in de Uitlijnmodule waarna u het tabblad Astrometry indexbestanden
selecteert. In deze pagina ziet u de huidige GV van uw huidige instellingen en eronder een lijst van de beschikbare en geïnstalleerde indexbestanden. Met drie pictogrammen wordt het belang aangeduid van de indexbestanden in uw instellingen als volgt:
Required
Recommended
Optional
You must download all the required files, and if you have plenty of hard drive space left, you can also download the recommended indexes. If an index file is installed, the checkmark shall be checked, otherwise check it to download the relevant index file. Please only download one file at a time, especially for larger files. You might be prompted to enter the administrator password (default in StellarMate is ``smate``) to install the files. Once you installed all the required files, you can begin using the offline astrometry.net solver immediately.
Handmatig downloaden¶
You need to download and install the necessary index files suitable for your telescope+CCD field of view (FOV). You need to install index files covering 100% to 10% of your FOV. For example, if your FOV is 60 arcminutes, you need to install index files covering skymarks from 6 arcminutes (10%) to 60 arcminutes (100%). There are many online tools to calculate FOVs, such as Starizona Field of View Calculator.
Naam indexbestand |
GV (FOV, boogminuten) |
Debian Package |
---|---|---|
index-4219.fits |
1400 - 2000 |
|
index-4218.fits |
1000 - 1400 |
|
index-4217.fits |
680 - 1000 |
|
index-4216.fits |
480 - 680 |
|
index-4215.fits |
340 - 480 |
|
index-4214.fits |
240 - 340 |
|
index-4213.fits |
170 - 240 |
|
index-4212.fits |
120 - 170 |
|
index-4211.fits |
85 - 120 |
|
index-4210.fits |
60 - 85 |
|
index-4209.fits |
42 - 60 |
|
index-4208.fits |
30 - 42 |
|
index-4207-*.fits |
22 - 30 |
|
index-4206-*.fits |
16 - 22 |
|
index-4205-*.fits |
11 - 16 |
|
index-4204-*.fits |
8 - 11 |
|
index-4203-*.fits |
5.6 - 8.0 |
|
index-4202-*.fits |
4.0 - 5.6 |
|
index-4201-*.fits |
2.8 - 4.0 |
astrometry-data- 4201-1 astrometry-data- 4201-2 astrometry-data- 4201-3 astrometry-data- 4201-4 |
index-4200-*.fits |
2.0 - 2.8 |
astrometry-data- 4200-1 astrometry-data- 4200-2 astrometry-data- 4200-3 astrometry-data- 4200-4 |
The Debian packages are suitable for any Debian-based distribution (Ubuntu, Mint, etc.). If you downloaded the Debian Packages above for your FOV range, you can install them from your favorite package manager, or via the following command:
sudo dpkg -i astrometry-data-*.deb
On the other hand, if you downloaded the FITS index files directly, copy them to /usr/share/astrometry
directory.
Notitie
It is recommended to use a download manager as such DownThemAll! for Firefox to download the Debian packages as browsers’ built-in download manager may have problems with download large packages.
Verkrijg optioneel astrometry.net¶
This is only required if you choose the Local Astrometry
option for Source Extraction Method
which is no longer recommended.
Notitie
Astrometry.net is already shipped with StellarMate so there is no need to install it. Index files from 16 arcminutes and above (4206 to 4019) are included with StellarMate. For any additional index files, you need to install them as necessary. To use Astrometry in StellarMate from a remote Ekos on Linux®/Windows®/Mac® OS, make sure to select Remote
option in Ekos Alignment Module. Furthermore, make sure that the Astrometry
driver is selected in your equipment profile.
Windows®
To use astrometry.net under Windows®, you need to download and install the ANSVR Local Astrometry.net solver. The ANSVR mimics the astrometry.net online server on your local computer; thus the internet not required for any astrometry queries.
After installing the ANSVR server and downloading the appropriate index files for your setup, make sure ANSVR server is up and running and then go to Ekos Alignment options where you can simply change the
API URL
to use the ANSVR server as illustrated below:
In Ekos Align module, you must set the solver type to
Online
so that it uses the local ANSVR server for all astrometry queries. Then you can use the align module as you would normally do.Remember as indicated above that StellarMate already includes astrometry.net. Therefore, if you would like to use StellarMate remotely to solve your images, simply change solver type to
Remote
and ensure that your equipment profile includes Astrometry driver which can be selected under theAuxiliary
dropdown. This is applicable to all operating systems and not just Windows®.
- Mac® OS
Astrometry.net is already included with KStars for Mac® OS, so no need to install it.
- Linux®
Astrometry.net is already included with KStars bleeding version. But if astrometry is not installed, then you can install it by running the following command under Ubuntu™:
sudo apt-get install astrometry.net
Hoe te gebruiken?¶
De uitlijnmodule van Ekos heeft meerdere functies die u helpen met het verkrijgen van accurate GOTO’s. Voor sommige opstellingen is het nuttig om uw sessie te starten met uw opstelling in de basispositie, met de telescoopbuis recht gericht op de hemelpool. Op het Noordelijk Halfrond richt u de telescoop zo goed mogelijk op de poolster, Polaris. Het is niet nodig uit te lijnen met 2 of 3 sterren, hoewel bij sommige opstellingen dit wel nuttig kan zijn. Let erop dat uw camera goed scherp is gesteld.
In de linker bovenhoek van de pagina Uitlijnen kunt u twee commando’s voor oplossen vinden en twee acties om de gegeven oplossing van de oplosser te nemen.
Capture & Solve
: Capture an image and determine exactly where in the sky the telescope is pointing. The astrometry results include the equatorial coordinates (RA & DEC) of the center of the captured image and the pixel scale and field rotation. Depending on the Solver Action settings, the results can be used to Sync the mount or Sync and then Slew to the target location. For example, suppose you slewed the mount to Vega then used Capture & Solve. If the actual telescope location is different from Vega, it will be first synced to the solved coordinate and then Ekos shall command the mount to slew to Vega. After slew is complete, the Alignment module will repeat Capture & Solve process again until the error between reported and actual position falls below the accuracy thresholds (30 arcseconds by default).
Load & Slew
: Load a FITS or JPEG file, solve it, and then slew to it.
Waarschuwing
Never solve an image at or near the celestial pole (unless Ekos Polar Alignment Assistant Tool is used). Slew at least 20 degrees away from the celestial pole before solving the first image. Solving very close to the poles will make your mount pointing worse, so avoid it.
Uitlijninstellingen¶
Voordat u met het uitlijnen begint, selecteert u de gewenste optische trein. U kunt de opties van astrometry.net die naar de oplosser van astrometry.net worden gestuurd, bij elke opname bekijken:
Accuracy
: Acceptable difference between the desired target position and the solved coordinates from the captured image. If the difference exceeds this many arc-seconds, then the system will continue to capture, solve and slew until the solved position is close enough to the target position.
Train
: Select the Optical Train which will be used to capture the image to be aligned. It is also used to compute the image scale.
Exposure
: Exposure duration in seconds.
Bin
: The binning of the image before solving.
Gain/ISO
: The camera gain or ISO.
Filter/Use Current
: The filter to use when capturing the image.Use Current
uses whatever filter is currently active.
Dark
: Whether to use the dark-image subtraction scheme before analyzing the captured image.
Uitlijnen op de pool¶
When setting up a German Equatorial Mount (GEM) for imaging, a critical aspect of capturing long-exposure images is to ensure proper polar alignment. A GEM mount has two axis: Right Ascension (RA) axis and Declination (DE) axis. Ideally, the RA axis should be aligned with the celestial sphere polar axis. A mount’s job is to track the star’s motion around the sky, from the moment they rise at the eastern horizon, all the way up across the median, and westward until they set.
Polar Alignment Assistant
In long exposure imaging, a camera is attached to the telescope where the image sensor captures incoming photons from a particular area in the sky. The incident photons have to strike the same photo-site over and over again if we are to gather a clear and crisp image. Of course, actual photons do not behave in this way: optics, atmosphere, seeing quality all scatter and refract photons in one way or another. Furthermore, photons do not arrive uniformly but follow a Poisson distribution. For point-like sources like stars, a point spread function describes how photons are spatially distributed across the pixels. Nevertheless, the overall idea we want to keep the source photons hitting the same pixels. Otherwise, we might end up with an image plagued with various trail artifacts.
Omdat geen opstelling perfect is, kunnen die een object in zijn baan aan de hemel niet perfect volgen. Dit heeft vele oorzaken, waarvan er een een verkeerde uitlijning is, van de as voor de Rechte Klimming ten opzichte van de poolas aan de hemel. Uitlijnen op de pool voorkomt een van de grootste volgfouten van de opstelling, maar andere foutbronnen zijn dan nog niet weg. Bij een juiste uitlijning kunnen sommige opstellingen een object gedurende enkele minuten volgen binnen een afwijking van slechts 1 tot 2 boogseconden.
Maar, als u geen opstelling heeft van topkwaliteit, heeft u hoogstwaarschijnlijk een autovolger nodig, om de zelfde ster gedurende een hele tijd in dezelfde positie vast te houden. Maar desondanks, als de as van de opstelling niet goed op de hemelpool is uitgelijnd, zal zelfs een mechanisch perfecte opstelling de volgster kwijt raken na enige tijd. Volgfouten verhouden zich tot de grootte van de uitlijningsfout. Voor lange belichtingstijden is het dus erg belangrijk dat de opstelling goed is uitgelijnd op de pool, zodat overblijvende restfouten zo klein mogelijk blijven.
Before starting the process, point the mount as close as possible to the celestial pole with the counterweights down. If you are living in the Northern Hemisphere, point it as close as possible to Polaris. If Polaris is not visible (e.g. blocked by trees or buildings) you may point elsewhere, preferably near the Meridian. Make sure there is at least 30-60 degrees of sky viewable in an arc East or West of the Meridian from the position you choose. Select the direction of free sky, the number of degrees for each of two slews, the mount slew speed, and whether the mount will be slewing automatically (recommended) or manually.
Door het hulpmiddel worden drie afbeeldingen opgenomen en opgelost. Na elke opname draait de opstelling over de vaste afstand, die u hebt ingevoerd, voordat de volgende opname wordt gemaakt en opgelost. Als u handmatig kiest, moet u de opstelling verdraaien met ruwweg de gekozen hoek.
Correctieschema van oplossen van platen¶
The images below show the workflow when the Plate Solve correction technique is used. The image below shows a display after the 3 measurement images are captured and solved. It shows an error of almost 18’ in altitude and that the mount’s axis needs to be moved up. Similarly it shows an azimuth error of almost 15’ and that the axis needs to be moved to the right (as viewed from behind the telescope).
If your error is low enough (e.g. less than an arc-minute) then you don’t need to make any adjustments. Simply press stop and you’re done.
If you will be making corrections to your mount’s axis, you should select the adjustment approach (we’re using Plate Solve in this example), and how often the system should recapture images to re-measure the polar alignment error. The refresh interval should be frequent, but it doesn’t make sense to make it faster that your CPU can capture and plate-solve the images. We’re using 2s in this example. Then press the Refresh
button to begin the correction process.
The system will capture images, and re-estimate the polar alignment error after each image. You can try to reduce the error by adjusting the Altitude and Azimuth correction knobs on your mount. The image below shows the screen after the altitude error has been almost zeroed. See the difference between the Measured Error row, which shows the originally measured error after the original 3 captures, and the Updated Error row which shows the current error estimate.
Hieronder heeft de gebruiker ook de azimut aangepast om de fout verder te verminderen. Nu is de fout erg laag en het proces is klaar. De gebruiker zou op de knop stop moeten drukken.
Correctieschema Ster verplaatsen¶
We also have an alternative schemes for correcting polar alignment. Two variations are Move Star & Calc Error and Move Star. When you select this scheme, the system place a yellow/green/violet triangle on the screen. The triangle can be moved by clicking near a star, and the yellow/violet corner is moved to that star. In this scheme the user corrects polar alignment by first adjusting the mount’s azimuth knob so that the selected star moves along the yellow side of the triangle. Once the star is near the next vertex, the azimuth knob should be adjusted so that the star moves along the green side of the triangle. Once the star is moved to the green/violet vertex, the mount is polar aligned, and the user can click stop.
The difference between Move Star & Calc Error and Move Star is that in the former, the system attempts to track the star the user has selected, and places a circle around that star. In that scheme it also attempts to update the Updated Err row. If the star tracking isn’t reliable, simply ignore it or use the Move Star scheme and move the star by-eye until it’s close to the final target. An example of using this technique is shown in this video: https://www.youtube.com/watch?v=iOp7hrxw0oU