Focus¶
Theorie hoe het werkt¶
Voor de focus in een afbeelding moet Ekos in staat zijn numeriek vast te stellen hoe goed die focus is. Het is niet moeilijk, bij het zien van een afbeelding, vast te stellen dat die niet scherp is, omdat het menselijk oog dat heel goed kan, maar hoe moet Ekos dat doen?
De meest geprobeerde en geteste methode is Half-Flux-Radius (HFR), die een maat is van de breedte in pixels geteld vanaf het midden van de ster tot de geaccumuleerde intensiteit de helft is van de totale flux van de ster. Als u dichter beweegt naar het punt met optimale focus, zodat de HFR kleiner wordt, en een minimum bereikt op het punt van focus alvorens te vergroten als u weg begint te bewegen van focus. HFR is gebruikt bij heel wat verschillende typen apparaten en heeft bewezen stabiel te zijn in een brede reeks van omstandigheden.
Naast HFR ondersteunt Ekos andere metingen voor focus, inclusief een aangepaste HFR maat, FWHM, Aantal sterren en Fourier-power. Het is aanbevolen om met HFR te beginnen en wanneer de gebruiker bekwaam is in het focusseren van zijn apparatuur, om daarna de andere metingen te proberen.
Nadat Ekos een afbeelding heeft bewerkt, selecteert deze de enkele ster en meet het hiervan de HFR, of deze selecteert a set sterren die overeenkomen met criteria die zijn ingesteld en berekent een gemiddelde HFR. Ekos kan sterren automatisch selecteren of u kunt handmatig een enkele ster selecteren. Het wordt aanbevolen om Ekos een set sterren te laten selecteren.
Ekos ondersteunt 4 verschillende algoritmen voor focus: Lineair 1 doorgang, Lineair, Iteratief, Polynoom. Lineair 1 doorgang is het aanbevolen algoritme.
Lineair 1 doorgang: In het algoritme Lineaire 1 doorgang, doet Ekos een V-Curve en fit een kromme aan de gegevens om de oplossing voor focus te vinden. Daarna beweegt het naar het berekende minimum. Sleutelfuncties omvatten:
Het algoritme compenseert voor speling in de focuser.
Het algoritme is snel, neemt 1 doorgang on optimale focus te bepalen.
Het algoritme gebruikt meer geavanceerd fitten van krommen om de optimale focuspositie te bepalen.
Het algoritme is heel goed te configureren met controle van de gebruiker over vele parameters zoals stapgrootte, aantal stappen en hoe om te gaan met afwijkende gegevenspunten.
Aangenomen dat de focuser zich op een herhaalbare manier gedraagt, d.w.z. bij een commando om naar positie X te gaan, het altijd naar dezelfde positie gaat, dan zal dit algoritme het beste zijn om te gebruiken.
Lineair: In het lineaire algoritme stapt Ekos naar buiten van het startpunt en beweegt daarna inwaarts met het nemen van reguliere gegevenspunten via het punt van optimale focus en daarna verder inwaarts, om een V-kromme te tekenen. Het fit daarna een kwadratische kromme door de gegevenspunten en berekent het punt van optimale focus. Het beweegt daarna opnieuw naar buiten verder dan het punt van optimale focus, halveert de stapgrootte en beweegt opnieuw voor een tweede doorgang. Het kijkt om de kromme te van de eerste doorgang te volgen en vindt de minimale HFR. Vanwege willekeurigheid in de HFR metingen gebruikt het het % tolerantie om te helpen beslissen wanneer het een oplossing heeft gevonden. Sleutelfuncties omvatten:
Het algoritme compenseert voor speling in de focuser.
Het algoritme is langzaam, neemt 2 doorgangen om optimale focus te identificeren.
Het algoritme gebruikt fitten van kromme om de optimale focuspositie vast te zetten in doorgang 1, maar gebruikt daarna het % tolerantie om zo dicht mogelijk te stoppen bij deze HFR in doorgang 2.
Het algoritme is heel goed te configureren met controle van de gebruiker over vele parameters zoals stapgrootte en aantal stappen.
Als de focuser zich op een inconsistente manier gedraagt, d.w.z. bij een commando om naar positie X te gaan, er variatie zit in de positie waarnaar het gaat, dan zal dit algoritme het beste zijn om te gebruiken omdat het enige ingebouwde tolerantie heeft voor deze variatie.
Iteratief: In het iteratieve algoritme, werkt Ekos iteratief door met discrete stapjes verder te gaan, initieel bepaald door de ingestelde stapgrootte, en later door de helling van de V-kromme, om de optimale focuspositie te bereiken. De stapjes worden dan steeds kleiner, totdat het optimale focuspunt is gevonden. Het focusproces stopt wanneer de HFR binnen de ingestelde tolerantie komt, uitgedrukt in % van de kleinst gemeten en opgeslagen HFR. Met andere woorden: zodra het zoeken begint naar een oplossing binnen een klein bereik, wordt de huidige HFR vergeleken met de kleinste eerder gemeten en opgeslagen HFR-waarde, en als aan de voorwaarde is voldaan, wordt het autofocusproces als geslaagd beschouwd. De standaardwaarde is ingesteld op 1%, wat in de meeste gevallen goed genoeg is. De opties voor de Stapgrootte geven het aantal initiële ticks dat de focuser moet bewegen. Als de afbeelding erg onscherp is, stellen we een grote stapgrootte in (d.w.z. groter dan 250). En anders, wanneer de focus al bijna goed is, stellen we de focus wat redelijker in (kleiner dan 50). Door te proberen moeten we de juiste waarde zien te vinden, maar Ekos gebruikt die alleen in het begin, omdat de volgende waarden afhangen van de berekeningen van de hellingen in de V-kromme. Sleutelfuncties omvatten:
Het algoritme vertrouwt op de focuser met een goed gecontroleerde speling.
Het algoritme kan snel zijn met een minimum aantal stappen.
Het algoritme werkt op een “goed genoeg” paradigma waarbij het stopt wanneer de HFR binnen het % tolerantie van het waargenomen minimum is.
Polynoom: in het Polynoom-algoritme start het proces in de iteratieve modus, maar wanneer we op de andere tak van de V-kromme (nadat de HFR-waarden stijgen na een aanvankelijke daling), dan gebruikt Ekos een kwadratisch fitten van een kromme voor het vinden van een oplossing die de kleinst mogelijke HFR-positie voorspelt. Sleutelfuncties omvatten:
Het algoritme vertrouwt op de focuser met een goed gecontroleerde speling.
Het algoritme kan snel zijn met een minimum aantal stappen.
Het algoritme gebruikt fitten van kromme om de optimale focuspositie vast te zetten.
Optische treingroep¶
De optische treingroep toont de nu geselecteerde optische trein. Standaard zal dat de primaire afbeeldingstrein zijn, maar andere treinen kunnen geselecteerd worden. De groep bestaat uit:
Trein
: de optische trein nu in gebruik door het tabblad Focus. Zweef met de muis boven dit veld voor een meer gedetailleerde beschrijving van de geselecteerde trein.
Bewerkingsknop
: maakt de dialoog optical trein zichtbaar om de optische treinen te bekijken en potentieel te wijzigen.
Focusparameters worden automatisch opgeslagen per optische trein en dus kunnen meerdere treinen opgezet worden om verschillende configuraties met verschillende parameters te beheren.
Wanneer een nieuwe optische trein wordt aangemaakt zal Focus proberen alvast standaard parameters uit andere, vergelijkbare optische treinen in te vullen. De attributen die hiervoor overeen moeten komen zijn het type Focuser en de scope. Als dit de eerste trein is voor het geselecteerde type Focuser en scope dan worden standaard parameters aangemaakt.
Het wordt aanbevolen het hulpmiddel Focusadviseur te gebruiken bij nieuwe optische treinen om parameters juist op te zetten.
Focuser-groep¶
Alle INDI-compatibele focuser worden ondersteund. Het wordt aanbevolen absolute focusers te gebruiken voor de beste resultaten, omdat bij het opstarten hun absolute positie bekend is. In INDI is de nul-position de positie waarin de trekbuis geheel is ingetrokken. Bij uitwaarts focusseren, neemt de focuspositie toe, en die neemt af bij inwaarts focusseren. De volgende types focuser worden ondersteund:
Absolute: Absolute positie focusers zoals RoboFocus, MoonLite, ASI ZWO
Relatieve: Relatieve positie focusers.
Op tijd gebaseerd: Op tijd gebaseerde focusers zonder terugkoppeling van positie die de focuspositie aanpast door het verplaatsen voor een bepaalde hoeveelheid tijd.
Het veld Focuser
bevat de focuser in de aangehangen Optische trein.
Voor absolute en relatieve focusers is de stapgrootte in eenheden van ticks en voor eenvoudige of op tijd gebaseerde focusers is de stapgrootte in milliseconden. De knoppen In
en Uit
kunnen dan gebruikt worden om de focuser te verplaatsen met het aantal ticks, gedefinieerd in het veld in het tabblad Mechanisme.
De velden stappen hebben 2 delen:
Linker stappen: huidige positie van focuser. Dit is alleen uitvoer en wordt bijgewerkt als de focuser zich verplaatst om de huidige positie weer te geven.
Rechter stappen: dit is invoer en biedt de gebruiker om een gewenste positie in te voeren. Wanneer de knop
Ga naar
wordt ingedrukt zal de focuser verplaatst worden van zijn huidige positie naar de positie aangegeven in dit veld.
Bij opstarten zullen de Linker stappen de huidige positie van de focuser tonen. Het veld Rechter stappen krijgt zijn standaard uit de opgeslagen instellingen van de optische trein. Dit is nuttig, bijvoorbeeld, als u verschillende optische treinen hebt doe dezelfde focuser gebruiken maar oplossen op verschillende posities. In dat geval zal de Rechter stappen de laatste blijvende waarde bevatten voor dit veld voor de geselecteerde optische trein. Dus, na verwisseling van apparatuur en selectie van de optische trein, als de gebruiker de knop Ga naar
indrukt zal de focuser zich verplaatsen naar een goede plaats om vanaf het focusseren te starten.
De knop Ga naar Focuspositie
verplaatst de focuser naar de positie in het Stappenveld rechts.
De knop Bewegen van focuser stoppen
stopt de al gaande beweging van de focuser.
De knop Auto focus
start een actie Autofocus. De knop Stop
wordt gebruikt om de actie te stoppen.
De knop Afbeelding vangen
zal een frame gebaseerd op de huidige instellingen in de Camera & filterwielgroep. De knop Framing starten
zal herhaald frames vangen totdat de knop Stop
wordt ingedrukt.
Sommigen van de focusalgoritmes zullen proberen om te gaan met het beginnen weg van het punt van optimale focus, maar voor voorspelbare resultaten, is het het beste om te beginnen van een positie ongeveer in focus. Voor de eerste opzet kan Framing starten
worden gebruikt samen met de knoppen In
en Uit
om de focuspositie aan te passen tot ruwweg het minimaliseren van de HFR van de sterren in de opgenomen afbeeldingen. Wanneer framing op deze manier wordt gebruikt, wijzigt de V-kromme grafiek in het tonen van een tijdserie van frames en hun bijbehorende HFR’s. Dit maakt het framingproces veel gemakkelijker uit te voeren.
Als u volledig nieuw bent in astronomie, dan is het altijd een goed idee om vertrouwd te raken met uw apparatuur bij daglicht. Dit omvat het verkrijgen van de benaderde focuspositie op een ver object. Dit zal een goede startpositie leveren voor focusseren op sterren ‘s nachts.
Camera & filterwielgroep¶
Deze sectie parameters gaat over de te gebruiken camera en filterinstellingen bij focussen.
De bovenste rij besturingen bieden het instellen van CCD-parameters.
Exp
: de belichtingstijd in seconden.De knop
Volledig scherm omschakelen
laat het venster met het focusframe verschijnen in een apart venster. Het opnieuw indrukken laat het terugkeren binnen het focusvenster.De knop
In FITS-viewer tonen
laat een apart FITS-viewervenster verschijnen om het focusframe te tonen, naast het focusframe getoond binnen het focusvenster.De knop
Live video
laat de bijbehorende verschijning zien.
De volgende rij besturingen bieden het instellen van camera-parameters. Kies een waarde uit de binning-afrol en stel daarna ofwel de versterking van de camera of ISO.
Binning
: de binning verhogen zal de afbeeldingsschaal wijzigen eveneens resulterend in helderder pixels. Het is in het algemeen alleen waard binning te doen boven 1x1 als uw afbeeldingsschaal oversampled is waar de toename in afbeeldingsschaal niet leidt tot een verlies van resolutie. Als u de helderheid van de ster wilt verhogen, probeer de belichting en/of versterking te verhogen. Als u onzeker bent doe bin 1x1.
Versterking
: stelt de versterking voor de camera in die gebruikt wordt om te focusseren. De waarde moet hoog genoeg zijn om een helder sterpatroon te geven maar niet zo hoog om te veel ruis te creëren die interfereert met de focusbewerking. Enig experimenteren zal nodig zijn om een optimale waarde te vinden. Als u niet weet waar te beginnen probeer versterking één voor uw camera en pas het vandaar aan.
ISO
: stelt de ISO voor de camera in die wordt gebruikt om te focusseren. Enig experimenteren zal nodig zijn om een optimale waarde te vinden.
De derde rij besturingen gaat over de temperatuurbron en filter, als er een is:
TS
: selecteer de temperatuurbron uit het afrolmenu. Eronder worden de huidige temperatuur uit de geselecteerde temperatuurbron getoond en de wijziging in temperatuur tussen het moment van de laatste met succes gedane autofocusactie en de huidige temperatuur. Het is algemene praktijk om het focussen opnieuw te doen na aanzienlijke temperatuur wijzigingen die het focuspunt van de telescoop verandert.
Filter
: selecteert het te gebruiken filter.Om met focussen te beginnen zal het waarschijnlijk gemakkelijker zijn om het filter te selecteren dat het meeste licht doorlaat, bijvoorbeeld het Lum-filter. Klik op het filterpictogram
om de pop-up Filterinstellingen te laten verschijnen. Dit biedt een aantal per filter in te stellen parameters om te gebruiken tijdens het doen van autofocus.
Knop
Reset
zal het focuseringssubframe resetten naar een volledig frame.
Hulpmiddelengroep¶
Deze sectie beschrijft e hulpmiddelen voor focus die nu beschikbaar zijn.
De knop
Aberratie-inspecteur
start een actie Aberratie-inspecteur. De knopStop
kan gebruikt worden om de actie te stoppen.De knop
CFZ
start het hulpmiddel Kritische focuszone.De knop
Adviseur
start het hulpmiddel Focusadviseur.Het keuzevak
AF afdwingen
kan gebruikt worden wanneer een sequentie actief is ofwel in Opnemen of de Planner. Bij geactiveerd zal een autofocus gestart worden bij het voltooien van het nu actieve subframe.
Focusopties¶
Parameters om Focus te configureren zijn toegankelijk door op de knop Opties...
te drukken. Dit start de dialoog Opties met drie panelen:
Instellingen: Dit zijn algemene instellingen voor focus.
Proces: Parameters geassocieerd met het Autofocusproces.
Mechaniek: Parameters geassocieerd met het mechaniek van de focuser.
De parameters zijn opgeslagen voor elke optische trein. Dit biedt verschillende configuraties om opgeslagen te worden voor verschillende apparatuur. Parameters worden opgeslagen wanneer ze zijn gewijzigd, dus bij opstarten wordt de laatst gebruikte configuratie voor de geselecteerde optische trein geladen.
Focusinstellingen¶
Parameters in de sectie Algemeen:
Ster automatisch selecteren
: deze instelling is alleen relevant alsSub-frame
is geselecteerd. In dat geval, alsSter automatisch selecteren
is geselecteerd dan zal Ekos de voor focus te gebruiken ster selecteren; anders zal de gebruiker handmatig de ster moeten selecteren met de FitsViewer.
Volgen onderbreken
: stel deze optie in om volgen te onderbreken tijden het doen van autofocus. Het doel hiervan is het voorkomen van problemen bij volgen met sterren uit focus tijdens het proces van focussen, waar, bijvoorbeeld, de hulpscoop is vastgemaakt aan de hoofdtelescoop met een OTAG.
Dark Frame
: Activeer deze optie voor het toepassen van dark-frame aftrekken. Deze optie kan nuttig zijn voor afbeeldingen met veel ruis, waar een eerder opgenomen donker afgetrokken wordt van de focusafbeelding voor verder verwerking.Als hot pixels problemen veroorzaken met focus, selecteer dan Dark Frames en zet ofwel een regulier Master Dark frame of een Defect Map op.
Donkere frames worden door focussen, uitlijnen en volgen gebruikt. Zie de functie Donkere bibliotheek in de Opnamemodule voor meer details over hoe Donkere frames op te zetten.
Volledig veld
: selecteer het volledige veld gebruiken van de camera. In deze modus zal focus automatisch meerder sterren voor gebruik in autofocus uitvoeren selecteren. Het alternatief hiervan isSub-frame
.
Sub-frame
: selecteer een enkele ster gebruiken voor het uitvoeren van het autofocusproces. Het alternatief hiervan isVolledig veld
waar meerdere sterren gebruikt zullen worden by autofocus. Afhankelijk van de instelling vanAutomatisch ster selecteren
zal ofwel de gebruiker of Ekos de ster selecteren.
Vak
: Stelt de grootte in van het vak rondom de focusster bij gebruik van Subframe. Maak groter bij erg grote sterren. Voor Bahtinov focus kan de vakgrootte vergroot worden nog meer om beter het Bahtinov diffractiepatroon in te sluiten.
Te tonen eenheden
: selecteer de eenheden voor het tonen van de autofocus V-kromme wanneer HFR of FWHM is geselecteerd. Pixels en Boogseconden worden ondersteund.
Opstelling settelen
: deze optie wordt gebruikt samen metVolgen onderbreken
. Het biedt het settelen van vibraties in de optische trein door deze hoeveelheid seconden te wachten nadat het autofocusproces is voltooid, alvorens volgen te herstarten.
Parameters in de sectie Maskering:
Deze besturingen zijn gerelateerd aan Maskeringopties om gebruikt te worden in de modus Volledig veld
. Het effect van Maskeringopties is te zien in de FITS-viewer.
Alle sterren voor focusseren gebruiken
: deze optie selecteren als alle sterren in het veld beschouwd moeten worden voor focusseren.
Ringmasker
: deze optie levert twee invoervelden die samen een donut over de FOV van de camera definiëren. Sterren die buiten de donut vallen worden uitgesloten van de bewerking. Een binnenwaarde boven 0% veroorzaakt dat sterren in het centrum van de FOV worden uitgesloten. Dit zou nuttig kunnen zijn om gebruik van sterren in het doel van de afbeelding (bijvoorbeeld een melkwegstelsel) te vermeiden voor het focusseren. Een buitenwaarde onder 100% veroorzaakt dat sterren in de randen van de FOV worden uitgesloten tijdens focusseren. Dit zou nuttig kunnen zijn als u geen plat veld hebt naar de randen van uw FOV.
Mozaïekmasker
: Een 3x3 mozaïek bestaat uit vakken uit het afbeeldingscentrum, zijn hoeken en de randen. Deze optie is nuttig als u de prestaties van het optiek wilt inspecteren - u zou dit kunnen weten uit het script PixInsight Aberration Inspector. De vakgrootte kan geconfigureerd worden in procenten van de framebreedte, met de scheidingswaarde is de ruimte tussen de vakken gespecificeerd.Er zijn vier gebruiksgevallen voor het Mozaïekmasker:
Controleren van focus in alle delen van de sensor: het masker biedt een gemakkelijke visuele inspectie en vergelijking van sterren in het centrum, hoeken en randen van de sensor. Dit is speciaal nuttig voor lenzen die aberratie tonen als de focus niet 100% is.
Corrigeren van afbeeldingshelling: speciaal grote sensors zijn erg gevoelig voor onjuiste afstand en helling van de sensor. In zulke gevallen toont de afbeelding afwijkingen, speciaal in de hoeken van de afbeelding. Als alle hoeken hetzelfde effect tonen, moet de afstand gecorrigeerd worden. Als de afwijkingen in de hoeken verschillen, dan is dat typisch het resultaat van een sensor met een helling.
Collimating Newtonians: inspecteren van frames in een status uit-focus wordt typisch gebruikt voor collimating Newtonians. Zie, bijvoorbeeld, The Photonewton Collimation Primer <https://teleskop-austria.at/information/pdf/JUS_Photonewton_Collimation_Primer_EN.pdf> van Tommy Nawratil voor meer details.
Uitvoeren van het hulpmiddel Aberratie-inspecteur.
Parameters van Adaptieve focus:
De volgende set besturingen hebben te maken met Adaptieve focus. Het idee hier is om de telescoop in focus te houden door de positie van de focuser gebaseerd bij wijzigingen in omgevingscondities zonder het moeten doen van een volledige autofocusactie. Zie de sectie Adaptieve focus voor meer details.
Bijvoorbeeld, als de temperatuur wijzigt tijdens een sessie voor een afbeelding zal het focuspunt wijzigen. Door de temperatuur te meten tussen subframes is het mogelijk om ten eerste de wijziging in temperatuur te berekenen en daarna dit te converteren naar een aantal streepjes van de verplaatsing van focuser om toe te passen tussen subframes.
Om Adaptieve focus te kunnen gebruiken is het noodzakelijk om enige gegevens voor uw systeem op te zetten. Speciaal moet u Ekos vertellen hoeveel streepjes (en in welke richting) de focuser te verplaatsen bij de wijziging in omgevingscondities. Dit is gedekt in de popup Filterinstellingen. De popup wordt gestart door te klikken op het filterpictogram .
De volgende besturingen zijn beschikbaar:
Adaptieve focus
: selecteer deze optie om Adaptieve focus te activeren.
Min verplaatsing
: het minimum aantal toegestane verplaatsingen voor focus.
Startpositie aanpassen
: activeren om Adaptieve focus toe te staan de startpositie voor een Autofocusactie te berekenen. De startpositie is de laatste goed opgeloste positie voor het geselecteerde filter, aangepast voor omgevingswijzigingen.Bijvoorbeeld, als de huidige positie van de focuser 1000 is, temperatuur = 4 °C en als het Rode filter is geselecteerd (laatste goede focuspositie voor Rood is 990 @ 5 °C en Ekos is geconfigureerd om +3
streepjes / °C
) te verplaatsen. Dan, als Startpos aanpassen uit is, zal Autofocus beginnen op 1000. Als Startpos aanpassen aan is, zal Autofocus beginnen op 990 + (5 - 4) * 3 = 993.Deze mogelijkheid is nuttig om te verzekeren that Autofocus begint dicht bij het focuspunt wat zal betekenen een meer symmetrische V-kromme. Het is speciaal nuttig bij wijzigingen tussen filters die grote verschillen in focuspunten hebben.
Het is mogelijk om deze mogelijk op zichzelf te gebruiken zonder Adaptieve focus. Stel het keuzevakje in en laat de streepjes per graad C ingesteld op nul. Op deze manier zal de startpositie van Autofocus filterafhankelijk zijn en zal elke Autofocusactie beginnen bij het focuspunt van de laatste succesvolle Autofocusactie voor dat filter.
Max totale verplaatsing
: de maximale totale verplaatsing van de focuser die Adaptieve focus is toegestaan in de observatiesessie. Het doel hiervan is zoals een “dode-mans-knop” op Adaptieve focus in geval het wegrent. Bijvoorbeeld, als de temperatuurbron fout gaat en een verkeerde aflezing van de temperatuur afgeeft terwijl de apparatuur niet wordt bewaakt, dan zou dit kunnen resulteren in een Adaptieve focus die grote verplaatsingen van de focuser te doen.Als de Max totale verplaatsing is bereikt dan wordt
Adaptieve focus
gedeactiveerd totdat het handmatig door de gebruiker opnieuw wordt geactiveerd.
Focusproces¶
Parameters van Focusproces:
Detectie
: Selecteer algoritme voor sterdetectie. Elk algoritme heeft zijn voors en tegens. Aangeraden wordt SEP te gebruiken, behalve wanneer een gespecialiseerd gebruik hebt. De volgenden zijn beschikbaar:
SEP: Source Extraction and Photometry ingebouwde bibliotheek. Dit is de standaard waarde.
Centroid: een extractiemethode gebaseerd op schatten van de stermassa rond signaalpieken.
Gradient: een extractiemodel van een enkele bron gebaseerd op het Sobel-filter.
Drempel: een detectie-algoritme van een enkele bron gebaseerd op pixelwaarden.
Bahtinov: Deze detectiemethode kan gebruikt worden bij gebruiken van een Bahtinov masker voor focusseren. Neem eerst een afbeelding, selecteer de ster om op te focussen. Een nieuwe afbeelding zal genomen worden en het diffractiepatroon zal geanalyseerd worden. Er zullen drie lijnen getoond worden op het diffractiepatroon die tonen hoe goed het patroon herkend is en hoe goed de afbeelding in focus is. Wanneer het patroon niet goed wordt herkend, kan de parameter Num. of rows aangepast worden om herkennen te verbeteren. De lijn met de cirkels aan elk eind is een vergrote indicator voor de focus. Hoe korter de lijn, hoe beter de afbeelding in focus is.
SEP-profiel
: als het algoritme sterdetectie is ingesteld op SEP, kies dan een te gebruiken parameterprofiel met het algoritme. Het volgende wordt aanbevolen.
1-Focus-Default: voor scopes die geen centrale belemmering hebben zoals een refractor.
1-Focus-Default-Donut: voor scopes die een centrale belemmering hebben zoals een Newtonian, SCT, RASA, Ritchey-Cretien, etc.
Algoritme
: selecteer het algoritme voor het autofocusproces:
Lineaire 1 doorgang: Dit is het aanbevolen algoritme. In dit algoritme, bepaalt Ekos een V-Curve en fit een kromme aan de gegevens om een oplossing voor focus te vinden. Daarna beweegt het naar de berekende oplossing.
Dit algoritme ondersteunt het oudere type kromme met stijl kwadratisch evenals het nieuwere Levenberg-Marquardt oplosser voor hyperbolische en parabolische krommen. Het zal ook de datapunten wegen in het proces van fitten van kromme als
Gewichten gebruiken
is geactiveerd en een verfijningsproces wordt uitgevoerd alsKromme fitten verfijnen
is geselecteerde.Lineair: dit algoritme bouwt een V-kromme met ongeveer Aantal uitwaartse stappen stappen aan elke kant van het minimum. Na het bouwen van de V-kromme fit een kwadratische vergelijking door de kromme (parabolisch van vorm) en gebruikt dit om de positie van de focuser te berekenen gegeven de minimale HFR. Na het bepalen van het minimum wordt een tweede doorgang gedaan met de halve stapgrootte, waarbij de kromme van de eerste doorgang opnieuw wordt gemaakt. Het probeert te stoppen binnen Tolerantie van de minimale HFR berekend tijdens de eerste doorgang.
Iteratief: Verplaatst de focuser in discrete stapjes met een ingestelde begingrootte. Zodra een helling van de kromme is berekend worden berekende stapgroottes gebruikt naar de optimale oplossing. Het algoritme stopt zodra de gemeten waarde van de HFR binnen de tolerantie komt, uitgedrukt in Tolerantie van de kleinst gemeten en opgeslagen kleinste HFR.
Polynoom: Start iteratief. Wanneer de andere tak van de V-kromme wordt bereikt, worden de coëfficiënten berekend van de best passende veelterm (polynoom), en ook de mogelijke waarde van de beste oplossing. Dit algoritme kan sneller zijn dan een zuiver iteratieve berekening, wanneer een goede dataset (gegevens) aanwezig is.
Fitten van kromme
: het type kromme dat fit bij de datapunten.
Hyperbool: fit een hyperbool met een algoritme niet-lineair minste kwadraten geleverd door GSL (GNU Science Library). Zie Levenberg-Marquardt oplosser voor meer details.
Dit is de aanbevolen optie.
Parabool: fit een parabool met een algoritme niet-lineair minste kwadraten geleverd door GSL (GNU Science Library). Zie Levenberg-Marquardt oplosser voor meer details.
Kwadratisch: gebruikt een kwadratische vergelijking met een algoritme lineaire stijl minste kwadraten geleverd door GSL (GNU Science Library). Dat wil zeggen, in feite, een parabolische kromme.
Het is niet langer aanbevolen om deze kromme te gebruiken.
Meting
: selecteer Meting om te gebruiken in het focusproces.
HFR: Half Flux Radius (HFR) is de aanbevolen maat. Wanneer een ster is gedetecteerd zal Ekos de HFR van de ster berekenen. Dit is de straal van een imaginaire cirkel, gecentreerd op het centrum van de ster, die de helft van de totale flux van de ster omvat.
Het punt met de beste focus komt overeen met de minimale HFR.
HFR Aangepast: deze mogelijkheid gebruikt een op helderheid aangepaste HFR berekening om rekening te houden met het feit dat de HFR voor helderder sterren groter is dan voor kleinere sterren.
Het algoritme past de waarde van de gemeten HFR aan, gewoonlijk omhoog, zodat de verkregen HFR’s met de methode HFR Aangepast hoger zal zijn dan de gemeten HFR-waarden. Dit betekent niet dat u slechtere resultaten krijgt door HFR Aangepast te gebruiken, eenvoudig omdat de meting anders is.
Bij gebruik van deze Meting is het gebruikelijk kleinere foutenstreepjes op de gegevenspunten te krijgen wanneer
Gewichten gebruiken
is geselecteerd.Het punt met de beste focus komt overeen met de minimale aangepaste HFR.
FWHM: deze mogelijkheid fit een Gaussiaans oppervlak aan elke ster en gebruikt dat om het Full Width Half Maximum (FWHM) van de ster te berekenen. De FWHM is de breedte van een cirkel (of ellips) gecentreerd op het centrum van de ster zich uitstrekkend tot de rand van de ster op de helft van zijn maximale intensiteit.
Het punt met de beste focus komt overeen met de minimale FWHM.
Verwacht dat de FWHM ongeveer tweemaal de HFR van een ster zal zijn.
# Sterren: deze mogelijkheid berekent het aantal sterren in de afbeelding en gebruikt dit aantal als de maat voor focus. Het idee is dat als u dichter bij focus komt er meer sterren gedetecteerd zullen worden.
Het voordeel van deze Meting is dat het erg eenvoudig is en geen algoritmen vereist om HFR’s of FWHM’s te berekenen.
Het punt met beste focus komt overeen met een minimum aantal sterren.
Fourier: Fourier maakt een Fouriertransformatie van de afbeelding en berekent de kracht van de afbeelding in de frequentieruimte. De aanname is dat voor een astronomische afbeelding van sterren en achtergrond, de sterren gaussiaans zullen zijn. Onder een Fouriertransformatie, een gaussiaan transformeert in een andere gaussiaan; maar bredere sterren transformeren in smallere gaussiaansen in de frequentieruimte, en omgekeerd. Dus, bij focus, de inhoud in de frequentieruimte optellen, wat in feite een maat voor kracht is, zal een maximum zijn.
Dit volgt het hoofdidee, gesuggereerd door Tan en Schulz in hun artikel: Een Fouriermethode voor de bepaling van focus voor telescopen met sterren. Merk op dat dit artikel andere suggesties voor verwerken maakt boven het idee van het gebruiken van Fouriertransformatie die niet zijn meegenomen in Ekos
Dit is een relatief nieuwe methode in de Astro-gemeenschap en vereist geen detectie van sterren. Tan and Schulz rapporteren goede resultaten met zowel amateur als professionele telescopen.
PSF
: alsMeting
is ingesteld op FWHM, dan kan het widget PSF geselecteerd worden voor gebruik in fitten van oppervlak op de ster. Op dit moment wordt alleen Gaussian ondersteund.
Gewichten gebruiken
: dit is alleen beschikbaar met het focusalgoritme Lineaire 1 doorgang en typen hyperbool en parabool fit. Het vereist volledig veld geselecteerd. De optie berekent de standaard deviatie van Metingen van sterren en gebruikt het kwadraat ervan (mathematisch de variantie) als een weging in het proces van fitten van een kromme. Het voordeel hiervan is dat datapunten met minder betrouwbare gegevens en daarom grotere HFR standaard deviaties minder gewicht wordt gegeven dan meer betrouwbare datapunten. Als deze optie niet actief is en voor alle ander fitten van een kromme waar de optie niet is toegestaan, worden aan alle datapunten gelijk gewicht gegeven in het proces van fitten van een kromme.De standaard deviatie wordt getekend op de V-kromme voor elk gegevenspunt als een foutenstreepje.
Het is aanbevolen deze optie te activeren.
Zie de Levenberg-Marquardt oplosser voor meer details.
R² limiet
: dit is alleen beschikbaar met het focusalgoritme Lineair 1 doorgang en krommen hyperbool en parabool fit. Als onderdeel van het algoritme Lineair 1 doorgang, wordt de graad waarmee de kromme fit met de datapunten, of Coëfficiënt van bepaling, R² berekend. Deze optie biedt een minimaal acceptabele waarde van R² om gedefinieerd te worden die vergeleken wordt met de waarde verkregen uit het proces van fitten van krommen. Als de minimale waarde niet is bereikt, zal autofocus opnieuw gedaan worden. Slechts een herhaling wordt gedaan en zelfs als de minimale R² niet wordt bereikt deze tweede keer, zal het doen van autofocus als succesvol worden aangemerkt.Experimenteer om een toepasselijke waarde te vinden maar een goed startpunt zou 0.8 of 0.9 zijn
Fitten van kromme verfijnen
: deze optie is alleen beschikbaar met het focusalgoritme Lineair 1 doorgang en Fitten van kromme van hyperbool en parabool. Als deze optie is geactiveerd fit Ekos aan het eind van de loop van gegevenspunten een kromme en meet de R². Daarna wordt het criterium van Peirce toegepast gebaseerd op de methodologie van Gould voor identificatie van buitenliggers. Zie Criterium van Peirce <https://en.wikipedia.org/wiki/Peirce%27s_criterion> voor details inclusief het oorspronkelijke artikel van Peirce en die van Gould waar naar beiden in de notities wordt verwezen. Als het criterium van Peirce 1 of meer buitenliggers detecteert wordt een ander fitten van de kromme gepoogd met de buitenliggers verwijderd. De R² wordt opnieuw berekend en vergeleken met de R² van het oorspronkelijk fitten van de kromme. Als de R² beter is dan wordt de laatste uitvoering gebruikt, zo niet, dan wordt het originele fitten van de kromme gebruikt (met de buitenliggers meegenomen).Buitenliggers zijn helder gemarkeerd op de V-kromme met een X door het gegevenspunt.
Het is aanbevolen deze optie te activeren.
Gemiddelde over
: aantal op te nemen frames bij elk datapunt. Het is gewoonlijk zinvol om met 1 te starten maar dit verhogen zal resulteren in een middelingsproces over de Meting van de sterren.
Gemiddelde HFR controle
: gelijk idee alsGemiddeld over
maar in dit gevat is het het HFR controlegegevenspunt dat gemiddeld wordt over het geselecteerde aantal frames. Daarnaast, als hetAlgoritme
Lineaire doorgang 1 is dan het laatste gegevenspunt van een uitvoering van autofocus, wat het in-focus gegevenspunt is, wordt ook gemiddeld over dit aantal frames. Zet een waarde van 1 bij beginnen. Dit kan verhoogt worden als er problemen zijn met uitvoeren van autofocus van HFR controle die gestart wordt door buitenliggende gegevenspunten wanneer de HFR controle wordt uitgevoerd.
Donutbuster
: de intentie van Donutbuster is het verbeteren van focusseren voor telescopen met centrale obstructies die donutvormige sterren maken bij niet-in-focus, bijv. Newtonians, SCT’s, RASA’s, Ritchey-Cretiens, etc.
Donut-buster
is alleen beschikbaar voor Lineair doorgang 1, verlopen van vastgezette en CFZ-shuffle, krommen fitten van hyperbolen en parabolen en focus metingen van: HFR, HFR Adj en FWHM.Wanneer
Donut-buster
is geactiveerd, wordt tussenliggend fitten van krommen onderbroken en wordt alleen geactiveerd aan het eind van de focusloop. Dit biedt donut-buster om beter de gegevenspunten aan de rand te verwerken die aangetast kunnen zijn door donuts.De volgende sub-opties zijn beschikbaar binnen donut-buster:
Tijddilatie
: deze mogelijkheid schaalt de belichtingstijd tijdens Autofocus uit de waarde ingevoerd in het veldBelichting
voor de verste gegevenspunten uit focus. Gegevenspunten dichtbij focus worden genomen met een niet-geschaalde belichting. Bijvoorbeeld, als Focus is opgezet met een Belichting van 2s en de Tijddilatie x is op 4 gezet, dan zal wanneer Autofocus uit beweegt om zijn eerste gegevenspunt te nemen, een belichting van 2s * 4 = 8s worden gebruikt. Op elk opvolgend gegevenspunt zal de belichting verminderd worden tot 2s rond het punt van optimale focus. Terwijl de focuser door focus beweegt, zal dus de belichting omhoog geschaald worden tot 8s voor het laatste gegevenspunt.Het doel van deze mogelijkheid is het verhogen van de helderheid van datapunten uit-focus die meer gedimd zijn dan in-focus gegevenspunten en daarom moeilijker voor ontdekken van sterren om op te lossen uit de achtergrondruis.
Afwijzen van buitenliggers
: dit is een factor om de agressiviteit van het algoritme voor afwijzen van buitenliggers te schalen wanneerFitten van krommen verfijnen
is geactiveerd. Hoe hoger de waarde hoe meer buitenliggers uitgesloten zullen worden uit het proces van fitten van krommen. De standaard waarde is 0,2.
Scan for Start Position
is only available for Linear 1 Pass, walks of Fixed and CFZ Shuffle, curves fits of Hyperbola and Parabola, and focus measures of: HFR, HFR Adj and FWHM.Activeer deze optie om scannen voor focus te laten scannen rond de huidige positie van de focuser om een toepasselijke optimale focuspositie te krijgen. Het doel hiervan is om te verzekeren dat autofocus begint dichtbij de focuspositie. De volgende sub-opties zijn beschikbaar:
Always On
: When checkedScan for Start
Position is always run at the start of Autofocus. When unchecked, it is only run when Autofocus fails and is rerun.
Num Datapoints
: The number of datapoints to use in each scan. 5 is a good place to start.
Initial Step size x
: A multiplicative factor to apply to the Initial Step size for use in the Scan for Start Position. Default is 1.0.
If
Detection
is set to Threshold then the following additional field is available:
Threshold
: This contains a percentage value used for star detection using the Threshold detection algorithm. Increase to restrict the centroid to bright cores. Decrease to enclose fuzzy stars.If
Detection
is set to Bahtinov then the following additional widgets are available:
Num. of rows
: The number of lines displayed on screen when using a Bahtinov mask.
Sigma
: The sigma of the gaussian blur applied to the image before applying Bahtinov edge detection.
Kernel Size
: The kernel size of the gaussian blur applied to the image before applying Bahtinov edge detection.If
Algorithm
is set to Linear or Iterative then the following additional widget is available:
Tolerance
: The tolerance percentage value is used to help decide when the Autofocus process stops. During the Autofocus process, HFR values are recorded, and once the focuser is close to an optimal position, it starts measuring HFRs against the minimum recorded HFR in the session and stops whenever a measured HFR value is within % difference of the minimum recorded HFR. Decrease the value to narrow the optimal focus point solution radius. Increase to expand solution radius.Waarschuwing
Het instellen van de Tolerantie op een te kleine waarde kan tot oneindige iteraties leiden, waardoor het bereiken van autofocus kan mislukken.
Focus Mechanics¶
Parameters van het focusmechanisme:
Walk
: This specifies the way Autofocus will “walk” inwards through its sweep to produce the V-Curve from which the focus solution will be calculated.Het volgende is beschikbaar:
Klassiek: dit is de aanbevolen instelling. De inwaartse beweging volgt een serie stappen van gelijke grootte (
Initiële stapgrootte
). Het algoritme bevat logica om te bepalen wanneer te stoppen die het maken van het exacte aantal stappen onvoorspelbaar maar het zal ongeveer 2 * (Aantal uitwaartse stappen
) + 1 zijn.Deze Loop is tolerant voor fouten in fitten van krommen in de laatste stap waar het een verdere stap zal nemen en probeert opnieuw op te lossen. Het is ook ietwat tolerant voor niet gestart zijn dichtbij focus zodat het een goede keuze is voor het initieel uitvoeren van autofocus.
Vanwege de “tolerantie” van deze opzet Loop minder dan perfect is het een conservatieve te kiezen optie, maar komt met het nadeel van extra stappen en daarom extra tijd in het proces autofocus.
Vaste stappen: deze mogelijkheid is beschikbaar in het
Algoritme
lineaire 1 doorgang. Het is tamelijk gelijk aan Klassiek maarVaste stappen
wordt gebruikt om het totale aantal te nemen stappen te besturen.Dit algoritme is meer voorspelbaar dan Klassiek omdat het een gedefinieerd aantal stappen neemt (dus zal sneller zijn), maar is minder tolerant met problemen met fitten van krommen van de laatste gegevenspunten en moet gestart worden dichtbij focus.
Indien geselecteerd wordt de
Meervoudige uitwaartse stappen
vervangen doorVaste stappen:
CFZ Shuffle: deze mogelijkheid is beschikbaar in het
Algoritme
lineaire 1 doorgang. Het is een variatie op Vaste stappen zodat de opmerkingen over dat Loopje hier ook van toepassing zijn.Het verschil tussen CFZ Shuffle en Vaste stappen is dat dichtbij het centrum van de beweging (die rond de Critical Focus Zone (CFZ) moet zijn) het algoritme stappen neemt van de helft van de gespecificeerde grootte.
Focuser Settle
: The number of seconds to wait, after moving the focuser, before starting the next capture. The purpose is to stop any vibrations in the optical train from affecting the next frame.
Initial Step size
: This sets the step size to be used by various focus algorithms. For absolute and relative focusers this is the number of ticks; for timer based focusers this is the number of milliseconds.
Out Step Multiple
: Used by the Linear and Linear 1 Pass focus algorithms in the Classic walk, this parameter specifies the initial number of outward steps the focuser takes at the start of an Autofocus run.
Number Steps
: Used by the Linear 1 Pass algorithm in the Fixed Steps and CFZ Shuffle walks, this parameter specifies the total number of steps the focuser takes to create the V-Curve in an Autofocus run.
Max Travel
: Puts bounds on the amount of travel from the current focuser position that is permitted by the Autofocus algorithms. The purpose is to protect the focuser from travelling too far and potentially damaging itself. On the other hand, the value needs to be big enough to allow sufficient focuser motion to permit the auto focus runs to complete.
Max Step Size
: Used by the Iterative algorithm to limit the maximum step size that can be used.
Stuurprogrammaspeling
: zie de sectie op Speling.Er zijn 2 schema’s die gebruikt kunnen worden:
Set
Driver Backlash
to 0 to switch it off and deal with Backlash elsewhere.Set
Driver Backlash
> 0 to use Driver Backlash to manage Backlash in the device driver. Note that this field is only editable if the device driver supports Backlash.Dit is hetzelfde gegevensveld dat getoond wordt in het Indi besturingspaneel voor het focuserapparaat. Het kan ingesteld worden op beide plaatsen.
AF Overscan
: zie de sectie op Speling.Er zijn 2 schema’s die gebruikt kunnen worden:
Set
AF Overscan
to 0 to switch it off and deal with Backlash elsewhere.Set
AF Overscan
> 0 to have the Focus module manage Backlash.
AF Overscan Delay
: Delay between the completion of the outward move of an Overscan, and the inward move. Generally most focusers work well with no delay.
Capture Timeout
: The amount of time in seconds to wait for a captured image to be received before declaring a timeout. This should only be triggered if there are problems with the camera during the Focus process so set this to a high enough value that it will not occur during normal operation.
Motion Timeout
: The amount of time in seconds to wait for the focuser to move to the requested position before declaring a timeout. This should only be triggered if there are problems with the focuser during the Focus process so set this to a high enough value that it will not occur during normal operation.
Critical Focus Zone (CFZ) van focus¶
CFZ-parameters van focus:
Algorithm
: This specifies the Critical Focus Zone (CFZ) algorithm. The purpose of this is to calculate the CFZ for the equipment attached in the Optical Train. It is not necessary to use this functionality in order to successfully focus, but it provides useful information if correctly configured.Het vereist enige kennis om het juist te configureren. Er is genoeg informatie beschikbaar in het internet.
The idea of the CFZ dialog is that it starts with data from the Optical Train used in the Focus tab and uses that to calculate the CFZ. The user can adjust parameters to do “what-if” scenarios to see how it affects the CFZ. Clicking the
Reset to OT
button resets any adjusted parameters to the Optical Train values.If the
Display
box is checked then the CFZ is drawn on the V-Curve after Autofocus successfully completes.It is necessary to specify the
Step Size
parameter which specifies in microns how far one tick moves the focal plane. For refractors there is usually a 1-to-1 relationship between moving the focuser which moves the telescope draw-tube mechanism and the focal plane movement. For other types of telescope the relationship is likely to be more complex. Refer to details of your telescope / manufacturer for this information.Het volgende algoritmes is beschikbaar:
Klassiek: dit is de aanbevolen instelling. De gebruikte vergelijking wordt rechtsboven in de dialoog getoond en is de vergelijking die het meest algemeen wordt gezien op het internet. De vergelijking komt van een lineair optische behandeling met gebruik van de Airy Disc en er is bekend dat het beperkingen heeft. Daarom bevat het een factor “tolerantie” die aangepast kan worden door de gebruiker. Bijvoorbeeld, in het vaak aangehaalde artikel “Perfect in focus” door Don Goldman en Barry Megdal in Sky & Telescope 2010 suggereren ze de instelling t=1/3.
Golffront: de gebruikte vergelijking wordt rechtsboven in de dialoog getoond. De vergelijking komt van een golffrontbenadering tot de CFZ. Opnieuw, het heeft beperkingen en opnieuw, om die reden bevat het een factor “tolerantie” die door de gebruiker kan worden aangepast.
Goud: deze methode is gebaseerd op werk gedaan door Gold Astro en hier gepresenteerd.
Tolerance
: This is used by Classic and Wavefront algorithms and is a scaling factor between 0 and 1.Voor het algoritme Klassiek, suggereert Goldman en Megdal 1/3.
Voor het algoritme Golffront hebben sommigen 1/3 of zelfs 1/10 gesuggereerd.
Tolerance (τ)
: This is used by the Gold algorithm and is a focus tolerance as a percentage of total seeing. The Gold website suggests 3-5% for a good focuser or 1-2% for a top quality focuser. See the Gold Astro website for more details.
Display
: Check this box to display the calculated CFZ on the V-Curve after a successful Autofocus run. It is displayed as a yellow moustache.
Reset to OT
: Press this button to reset any parameters to values defaulted from the currently connected Optical Train.
Wavelength (λ)
: This is the light wavelength to use. It is defaulted from the currently used filter. Remember to set this up in Filter Settings for your filters.
Aperture (A)
: This is the aperture of the telescope in mm. It is defaulted from the currently connected Optical Train.
Focal Ratio (f)
: This is the focal ratio of the telescope. It is defaulted from the currently connected Optical Train.
FWHM (θ)
: This is used by the Gold Algorithm and is the total seeing. This is the combined contribution of the diffraction limit of your telescope and the astronomical seeing. The Gold Astro website describes how you might approximate the total once you have values for the individual contributions.
CFZ
: This is calculated CFZ in microns and in ticks.
Step Size
: This must be input by the user (as it cannot be calculated by Ekos). It relates how far 1 tick moves the focal plane in microns.Voor een refractor is dit hoever de trekbuis zich verplaatst wanneer de focuser met 1 streepje wordt verplaatst. U zou in staat moeten zijn om deze waarde uit de specificatie van uw focuser te halen (hoeveel streepjes voor een volledige omwenteling van uw focuser nodig is) en de spoed van de schroefdraad van de trekbuis van uw telescoop samen met enige gebruikte versnellingsbak.
Als alternatief kunt u meten hoever de trekbuis zich verplaatst van het einde naar het einde (wees voorzichtig de trekbuis niet te forceren) met een schuifmaat of een meetlat. Door de verste “in” positie (in streepjes) af te trekken van de verste “uit” positie (in streepjes) hebt u hoeveel streepjes de trekbuis zich heeft verplaatst over de gemeten afstand. Hiermee kunt u de afstand in microns van een enkel streepje verplaatsing van de trekbuis berekenen.
Andere type telescopen zullen andere manieren hebben om het brandvlak aan te passen, bijvoorbeeld, door de primaire of secondaire spiegels te verplaatsen. U hebt ofwel de stapgrootte uit de documentatie voor uw apparatuur nodig of te bepalen hoe het te meten op een manier die consistent is met die hierboven is beschreven.
CFZ Camera
: The pixel size of the camera attached via the Optical Train may have a limiting effect on the CFZ. So an equivalent CFZ for the attached camera is calculated assuming a Nyquist 2* limit.
Final CFZ
: This is the larger of the CFZ calculated using the selected algorithm for the specified parameter and theCFZ Camera
. It is the display value and is, in effect, the CFZ of your equipment.
Focus Advisor¶
De dialoog Focusadviseur is een functie om te assisteren met het opzetten van focusparameters. Om te gebruiken, selecteer de vereiste opties en druk op
Uitvoeren
. Dit is nu een experimentele functie.Het doel van de focusadviseur is mensen helpen met het gebruiken van de module focus in Ekos. De module focus heeft een rijke functionaliteit en bevat heel wat parameters die zelf-consistent ingesteld moeten worden om goede resultaten te bereiken. De focusadviseur is ontworpen om te helpen met de opzet van de basis parameter die focus zouden moeten bereiken. Het is niet ontworpen om de best mogelijke focus voor uw apparatuur te bereiken; u zult moeten experimenteren met uw opzet om dat te bereiken. Maar de focusadviseur biedt een plaats om te beginnen met die experimenten.
De focusadviseur is gericht op de minder ervaren gebruikers.
Als de focusadviseur geen goede resultaten lijkt te geven bij uw opzet waarom start u dan geen discussie op het forum zodat het verbeterd kan worden om in de toekomst betere resultaten te geven. Op deze manier zal het in de tijd nuttiger gemaakt kunnen worden.
Wanneer u klikt op het Focusadviseur werkt het een serie parameter uit uit aanbevelingen gebaseerd op de optische trein die u in focus gebruikt.
There are 4 checkboxes on display that by default are all checked. Some can be toggled off if required. For example,
Update Parameters
will reset most parameters to standard settings. Once run, it is not necessary to repeatedly run this option so the associated checkbox can be toggled off for subsequent runs.De volgende knoppen zijn beschikbaar:
Help
: Press this button to launch theFocus Advisor Help
dialog:The Help dialog shows details of the current Optical Train at the top. Then comes a table comparison of the value of each Focus parameter in Focus Settings versus the value suggested by Focus Advisor. This allows you to see what Focus Advisor would update if Update Parameters were checked and Focus Advisor run.
The
Show Only Changes
checkbox determines whether all parameters are listed or only those that differ from the Focus Advisor recommendation. TheClose
button closes the Help dialog.
Run
: Press this button to run Focus Advisor for the checked options. The V-Curve will be dynamically updated with progress, as will theFocus Advisor
dialog.
Stop
: Press this button to stop Focus Advisor. Note that theStop
button on the main Focus panel does the same thing.
Close
: Press this button to close theFocus Advisor
dialog.De volgende keuzevakjes zijn beschikbaar:
Parameters bijwerken: dit stelt de parameters in Focusinstellingen in op standaard waarden die Autofocus in staat moeten stellen met succes te eindigen. Merk op dat parameters opgeslagen worden per Optische trein het is dus een goed idee om deze optie bij het beginnen in te stellen. Merk op that sommige parameters, bijv. stapgrootte beter de standaard uit een benadering met proberen aannemen door Autofocus uit te voeren. Dus deze parameters kunnen beter ingesteld worden door een andere onderstaande optie.
Merk op dat wanneer een nieuwe Optische trein wordt aangemaakt, Focusadviseur standaard parameters zal opzetten wanneer de Optische trein voor de eerste keer in Focus wordt gebruikt.
A way to check whether parameters are set appropriately for Focus Advisor is to hit the Help button. See the Focus Advisor Help section for more details.
Also note that subsequent Focus Advisor functions depend on certain parameters being selected, for example the
Linear 1 Pass
focus algorithm, so it is recommended to runUpdate Parameters
at the start of using Focus Advisor.Sterren zoeken: deze functie is ontworpen om de reeks van beweging van de focuser om sterren te zoeken. Als sterren al zichtbaar zijn in subframes dan is er geen noodzaak deze functie uit te voeren.
Het algoritme zal beginnen op de huidige focuserpositie en een gebied doorzoeken uitwaarts daarna inwaarts van de beginpositie en zoeken naar sterren. Als er geen sterren worden gevonden zal het doorgaan met uitbreiden van het zoekgebied met blijven binnen de toegestane reeks van beweging van de focuser.
Eventueel zullen sterren ofwel gelokaliseerd worden of de gehele reeks van beweging van de focuser zal doorzocht zijn zonder een enkele ster te lokaliseren. In dit laatste geval zal de stapgrootte gehalveerd worden en het zoeken herstart worden vanaf het begin.
Het zoekproces gebruikt een serie sprongen van 10 x stapgrootte om te proberen sterren te lokaliseren.
Om deze functie te gebruiken, start de focuser zo dichtbij waar sterren waarschijnlijk zijn te vinden. Als u geen idee hebt dan zal het algoritme sterren lokaliseren maar zal het zoeken waarschijnlijk langer duren. Gebruik bovendien een stapgrootte zo dicht als mogelijk bij een goede waarde voor ue apparatuur. Als een te kleine waarde wordt gekozen dan zal het aantal stappen groter zijn en het zoeken zal langer duren. Als een te grote waarde wordt gekozen dan is het mogelijk dat de reeks van focusposities waar sterren zichtbaar zullen zijn “wordt overgeslagen” bij het zoeken en zal het lijken dat er nergens sterren zichtbaar zijn. Als u geen idee hebt wat een goede startwaarde is gebruik dan de standaard en laat Focusadviseur het uitvogelen.
Here is an example run of
Find Stars
:The results table in the
Focus Advisor
dialog shows a single line for Find Stars. In this case,Find Stars
was started at position 70,000 and theStep Size
was 250 (giving a Jump Size of 2,500).No stars were found at 70,000 (point 1 on the
V-Curve
) so an outward sweep started at 95,000 and moved in 2,500 jump by jump until 70,000 was reached (points 2-11) when the inward sweep started. Stars were first detected at 60,000 (point 15).Het algoritme gaat dan door inwaarts te springen totdat geen sterren meer worden gevonden (punt 34). Dit geeft de reeks van positiehoek waar sterren zijn gelokaliseerd als 15.000 (punt 33) tot 60.000 (punt 15) met een centrum op 37.500.
Ruwe aanpassing (zonder autofocus): deze functie is ontworpen om ruwe aanpassing te leveren bij de beginpositie, Stapgrootte en AF-overscan (of speling) velden. Het doel is om waarden “goed genoeg” voor deze parameters te leveren om het volgende stadium, Fijne aanpassing te laten werken. Een iteratief proces wordt gebruikt om te komen op acceptabele waarden.
Hier is een voorbeeld beschreven hoe het werkt:
Coarse Adjustment
was run from a starting position of 37,500 with aStep Size
of 250 andAF Overscan
of 0. This is recorded in Run 1 in the results table in theFocus Advisor
dialog. The comment column says that the Max/Min Ratio = 0.9 which means that the “Max HFR” / “Min HFR” of the datapoints is 0.9 which is too low. So Focus Advisor starts Run 2 from position 38,875 with an increased Step Size of 803 and Overscan of 250.Run 2 again had a
Max/Min ratio
too low, so Run 3 was started.Run 3 (which is shown in the V-Curve) started from 35548 with
Step Size
of 2544 andOverscan
of 7477. This resulted in aMax/Min
of 2.0 which is good enough at this stage. The datapoints form a V-Curve with no obvious uncorrected backlash (this would show as a flat spot on the right hand side of the curve if there was any). So theCoarse Adjustment
completes after Run 3.Fijn afstemming (met autofocus): deze functie is ontworpen om fijn afstemming op de beginpositie te leveren,
Stapgrootte
enAF-overscan
(of speling) velden. Fijn afstemming voert autofocus uit inclusief fitten van krommen en analyse van de resultaten om te bepalen of het al dan niet verbeterd kan worden. Indien ja, het past parameters aan en voert opnieuw uit. Een iteratief proces wordt gebruikt om parameterwaarden beter te bepalen.Hier is een voorbeeld beschreven hoe het werkt:
Fine Adjustment
was run from a starting position of 35,548 with aStep Size
of 2544 andAF Overscan
of 7477. This is recorded in Run 1 in the results table in the Focus Advisor dialog. The comment column says that theMax/Min Ratio
= 1.9 which means that the “Max HFR” / “Min HFR” of the datapoints is 1.9 which could be improved. So Focus Advisor starts Run 2 from position 38,092 with an increasedStep Size
of 4888 andOverscan
of 3738. The Overscan value is reduced here to see if a smaller number would adequately compensate backlash.Run 2 had een max/min-verhouding van 4 wat iets te hoog is en berekend een waarde voor overscan van 8626 dus wordt Run 3 gestart.
Run 3 (die getoond wordt in de V-kromme) is gestart vanaf 38092 met stapgrootte van 4254 en overscan van 8626 Dit resulteerde in een max/min van 3,1 wat goed is. De gegevenspunten vormen een V-kromme zonder zichtbare niet gecorrigeerde speling (dit zou als een platte vlek aan de rechterkant van de kromme moeten tonen als die er was). De R2 van het fitten van de kromme is 0,999, wat ook goed is dus de fijn afstemming is voltooid na Run 3.
Filterinstellingen¶
Click the filter icon
from either Capture or Focus to open the filter settings dialog. This popup allows the user to configure data associated with each filter, and used for various functions within the system.
Focuseren met verschillende filters kan gedaan worden op een van drie manieren in Ekos.
Direct autofocus: wanneer Vangen wijzigt naar dit filter is het mogelijk om automatisch dit filter opnieuw te focussen. De te gebruiken belichting voor het geselecteerde filter wordt genomen uit het veld
Belichting
. Dit biedt, bijvoorbeeld, filters met smalle bandbreedte om een langere belichtingstijd te gebruiken dan filters met brede bandbreedte tijdens autofocus.Check
Auto Focus
to use the filter in this way.Autofocus op vergrendelfilter: het is mogelijk om een vergrendelfilter te gebruiken wanneer het vereist is om dit filter te focussen. Bijvoorbeeld, als het Ha-filter wordt gebruikt en een autofocus is vereist, dan is het mogelijk autofocus te doen met het Lum-filter en daarna, na voltooiing, de focuspositie aan te passen met een offsetwaarde overeenkomend met het eerder bepaalde focusverschil tussen de Lum- en Ha-filters (100 streepjes in dit voorbeeld). Dit is nuttig wanneer, bijvoorbeeld, het moeilijk is sommige filters direct te focusseren zonder excessief lange belichtingstijden. Merk op dat deze methode van vergrendeld filter ook gebruikt kan worden in de Uitlijnmodule wanneer het een opname doet voor astrometrie.
To use a filter in this way, check
Auto Focus
, specify theLock Filter
to use and make sure that the Offsets for this filter and the Lock Filter are set.Offsets gebruiken: het is mogelijk filteroffsets te gebruiken om focus aan te passen bij wisselen van filters, zonder Autofocus uit te voeren. Dit vereist van tevoren enig instelwerk maar heeft het voordeel het reduceren van het aantal keren uitvoeren van autofocus en daarom het reduceren van de tijd besteed aan autofocusseren.
In order to use this feature it is necessary to work out the relative focus position between all filters that you wish to use this functionality for. For example, if Lum and Red have the same focus position (they are parfocal) but Green focuses 300 ticks further out than Lum (or Red) then setup Offsets for Lum, Red and Green as 0, 0, 300 as shown above. If a sequence is created to take 10 subframes of Lum, then 10 Red, then 10 Green, then at the start, since Lum has
Auto Focus
checked, an Autofocus will be run on Lum and the 10 subs taken.Capture
will then switch filters to Red. Since Red hasAuto Focus
unchecked no Autofocus will happen and Ekos will look to the Offsets between Red and Lum. In this case 0 - 0 = 0. So the focuser will not be moved and Capture will take 10 subs of Red. Then Capture will swap from Red to Green. Again, Green hasAuto Focus
unchecked no Autofocus will happen and Ekos will look to the Offsets between Green and Red. In this case 300 - 0 = 300. So Focus will adjust the focus position by +300 (move the focuser out by 300 ticks). Capture will then take the 10 Green subs.To use a filter in this way, uncheck
Auto Focus
and make sure that the Offsets for this filter and all other filters that can precede this filter in a sequence are set.The Offsets can either be worked out by running Autofocus with different filters and manually calculating the relative offsets and entering them into the table or by using the Build Offsets tool.
Instellingen configureren voor elk filter in de tabel:
Filter
: Filter Name.
Exposure
: Set exposure time (in seconds) to be used when performing Autofocus on this filter. By default, it is set to 1 second.
Offset
: Stel relatieve offsets in. Ekos begint een wijziging in focus offset wanneer er een verschil is tussen de huidige en de gewenste filter offsets. Bijvoorbeeld, gegeven de waarden in de voorbeeldafbeelding, als het huidigefilter is ingesteld op Rood en het volgende filter is Groen, laat Ekos de focuser met +300 ticks bijstellen. Relatieve positieve focus offsets betekenen uitfocussen en negatieve waarden infocussen.
Autofocus
: activeer deze optie om te autofoccusen zodra het filter wordt verwisseld naar dit filter.
Filter vergrendelen
: stelt in welk filter gezet en vergrendeld zou moeten worden bij uitvoeren van autofocus voor dit filter. “–” geeft aan geen Vergrendeld filter. Het is niet toegestaan aan volgende filters om meer dan 1 diep te gaan, d.w.z. Rood kan niet vergrendeld worden aan Blauw die zelf vergrendeld is aan Groen. Een filter kan niet vergrendeld zijn aan zichzelf.
Laatste AF-oplossing
: de laatste succesvolle positie van autofocus. Onder normale werking zal Ekos dit veld automatisch bijwerken.
Last AF Temp (°C)
: The temperature of theLast AF Solution
. Under normal operation Ekos will automatically update this field.
Last AF Alt (°Alt)
: The altitude of the Last AF Solution. Under normal operation Ekos will automatically update this field.
Ticks / °C
: The number of ticks to move the focuser when the temperature changes by 1°C. For example, if focus moves out by 5 ticks when temperature increases by 1°C, set this field to 5. If focus moves in by 5 ticks when temperature increases by 1°C, set this field to -5.
Ticks / °Alt
: The number of ticks to move the focuser when the altitude changes by 1°Alt. For example, if focus moves out by 0.5 tick when altitude increases by 1°Alt, set this field to 0.5. If focus moves in by 0.5 tick when altitude increases by 1°Alt, set this field to -0.5.
Wavelength
: The center of the passband of the filter in nanometers. This is used in some Critical Focus Zone (CFZ) calculations in Focus.Naast de tabel met gegevens zijn de volgende besturingen beschikbaar onderaan de pop-up:
Build Offsets
: Press theBuild Offsets
button to launch the Build Offsets popup.
Capture flats at the same focus as lights
: When checked, flats will be taken at theLast AF Solution
focuser position.Laten we een voorbeeld bekijken. Als we een opnamesequentie hebben die start met Lum -> Rood -> Groen -> Blauw -> Sii -> Ha -> Oiii met gebruik van de opzet in de pop-up Filterinstellingen:
Lum: het Lum-filter is geconfigureerd om initieel Autofocus uit te voeren, dus een Autofocus wordt uitgevoerd, daarna wordt de Lum-sequentie gedaan.
Rood: het Roodfilter is niet geconfigureerd voor Autofocus en heeft een Offset van 0. Dus wanneer de Rood-sequentie start, wordt er geen Autofocus uitgevoerd en de relatieve Offset tussen Lum en Rood is 0, dus de focuser wordt niet verplaatst.
Groen: het Groenfilter is niet geconfigureerd voor Autofocus en heeft een Offset van 300. Dus wanneer de Groen-sequentie start, wordt er geen Autofocus uitgevoerd en de relatieve Offset tussen Rood en Groen is 300 - 0, dus de focuser wordt uitwaarts verplaatst met 300.
Blauw: het Blauwfilter is niet geconfigureerd voor Autofocus en heeft een Offset van 0. Dus wanneer de Blauw-sequentie start, wordt er geen Autofocus uitgevoerd en de relatieve Offset tussen Groen en Blauw is 0 -300, dus de focuser wordt inwaarts verplaatst met 300.
Sii: het Sii-filter is geconfigureerd voor Autofocus, is vergrendeld met Lum en heeft een Offset van 0. Dus wanneer de Sii-sequentie start, wordt er een Autofocus gedaan op Lum en de relatieve Offset tussen Lum en Sii is 0 - 0 = 0, dus de focuser verplaats zich naar de Autofocus oplossing van Lum.
Ha: het Ha-filter is geconfigureerd voor Autofocus, is vergrendeld met Lum en heeft een Offset van 100. Dus wanneer de Ha-sequentie start, wordt er een Autofocus gedaan op Lum en de relatieve Offset tussen Lum en Ha is 100 - 0 = +100, dus de focuser verplaats zich naar de Autofocus oplossing van Lum en daarna uitwaarts met 100.
Oiii: het Oiii-filter is geconfigureerd voor Autofocus, is vergrendeld met Lum en heeft een Offset van -100. Dus wanneer de Oiii-sequentie start, wordt er een Autofocus gedaan op Lum en de relatieve Offset tussen Lum en Oiii is -100 - 0 = -100, dus de focuser verplaats zich naar de Autofocus oplossing van Lum en daarna inwaarts met 100.
Offsets bouwen¶
Click the
Build Offsets
button on the Filter Settings popup to launch the Build Offsets tool. Filter Offsets can either be entered manually into the table in the Filter Settings popup or this tool can be used to assist in creating them.Note: This utility should not be run during an imaging session as it takes exclusive control of the Focus process whilst it is running.
Om mee te starten, instellingen voor elk filter in de tabel in de pop-up Filterinstellingen configureren en start daarna Filteroffsets bouwen. De pop-up wordt gestart met een tabel met gegevens met de volgende kolommen.
Filter
: Filter Name. The first filter has an “*” after the filter name, “Lum *” in the above example. This means that Lum is the reference filter against which offsets for other filters will be measured. Double click another Filter Name to make that filter the reference filter.
Offset
: The current offset.
Lock Filter
: The current Lock filter.
# Focus Runs
: The number of focus runs for this filter. The default is 5. To exclude a filter from the process set this field to zero. Note, the reference filter must have at least 1 run.When the
# Focus Runs
have been configured press theRun
button to start the automated process.Press the
Stop
button to stop the process at any time.Toggle the
Adapt Focus
checkbox at any point in the processing to switch between measured Autofocus results and results after Adaptive Focus adjustments have been applied. See the Adaptive Focus section for more details on what Adaptive Focus is.Laten we een voorbeeld nemen waar we 7 filters hebben: Lum, Rood, Groen, Blauw, Sii, Ha en Oiii. Het 8ste slot in het filterwiel is als blank gemarkeerd. Het proces is 5 keer uitgevoerd voor alle filters, 0 voor blank (effectief blank uit te sluiten van het proces). In dit geval zijn 8 extra kolommen in de tabel aangemaakt.
AF Run 1-5: The maximum
# Focus Runs
selected by the user is 5, so 5 columns have been created, 1 for each AF run solution.Gemiddelde: het gemiddelde van de AF oplossing.
Nieuwe offset: de offset berekent uit het Lum-filter. Bijv. voor Sii 36731 - 36743 = -12
Save: Check to save the offset for this filter when the
Save
button is pressed. The default is to check these boxes but unchecking allows a value to be ignored whilst saving other filters.In dit stadium wordt het aanbevolen om de keren AF te bekijken om er zeker van te zijn dat ze allemaal goed zijn. Bijvoorbeeld, laten we aannemen dat we ongelukkig zijn met de tweede keer AF op Oiii. In dat geval zouden we kunnen doen ofwel:
Tweede keer AF bewerken en de waarde instellen op een waarde die we willen.
De kolom Nieuwe offset bewerken en de waarde direct instellen (voorbijgaand aan de logica om deze te berekenen).
De tweede keer AF verwerpen door de waarde op 0 te zetten (zie onderstaand). In dat geval wordt Gemiddelde en Nieuwe offset voor Oiii berekend op basis van de keren AF 1, 3, 4 en 5. In het onderstaande voorbeeld zijn het nieuwe Gemiddelde en Nieuwe offfsets berekend en getoond.
Na bekijken van de resultaten kan de gebruiker drukken op:
Save: All filters where the
Save
checkbox is checked will have the New Offset value saved in Filter Offsets for use during the next imaging session.Sluiten: het hulpmiddel Filteroffsets bouwen wordt gesloten zonder opslaan van gegevens.
If the
Adapt Focus
box is checked, the AF Runs are updated for Adaptive Focus. See the Adaptive Focus section for more details on the theory of Adaptive Focus. The first AF run (in this example AF Run 1 on Lum) is the basis for the Adaptations. So the temperature and altitude of AF Run 1 on Lum is used as the basis for all the other AF Runs and the data is adapted back to what the AF solution would have been, had it been run at the temperature and altitude of AF Run 1 on Lum.In dit voorbeeld is Adaptieve focus opgezet voor aanpassingen van Hoogte op alleen het Rode filter Filterinstellingen. Dus de aangepaste AF-waarden zijn hetzelfde als de niet aangepaste waarden voor alle andere filters.
Als u met de muis zweeft over een AF uitvoering toont het een tekstballon Uitleg van Adaptieve focus. In het voorbeeld zweeft de muis over AF uitvoering 1 op Rood. De eerste rij van de Uitleg toont het gemeten Autofocus resultaat voor die uitvoering (36683), aanpassingen voor temperatuur (0,0 C) en hoogte (0,2 graden hoogte). De tweede rij van de Uitleg toont de aanpassing: 206 totaal, 0 temperatuur, 205,9 hoogte. De derde rij toont de Aangepaste positie van 36889.
De gebruiker kan wisselen tussen Adaptieve focus of ruwe waarden. Welke waarden worden getoond in het raster zullen de waarden zijn die opgeslagen worden.
Hier zijn enige tips over het gebruik van dit hulpmiddel:
Begin met het zeker maken dat het gebied van de hemel waarvoor u Filteroffsets bouwt goed werkt voor Autofocus. Hoog in de hemel richten zal resulteren in gaan door minder atmosfeer met kleinere, smallere sterren. Ga na dat er genoeg sterren in het frame zitten. Vermijd doorgangen door de meridiaan tijdens het proces. Volg hetzelfde gebied tijdens het proces zodat elke keer meer of minder dezelfde set sterren wordt gebruikt. Hoewel de faciliteit om Adaptieve focus beschikbaar is om voor wijzigingen in de omgeving, zoals temperatuur en hoogte, te aan te passen probeer deze wijzigingen over de loop van het uitvoeren van dit hulpmiddel door een toepasselijk gebied van de hemel te selecteren.
Make sure your equipment is in thermal equilibrium before starting. Calculate roughly how long the utility will take which is the total number of AF runs * time for a single AF run. Try to make sure that the conditions will remain as consistent as possible during this time, e.g. there is enough time before dawn, the moon won’t affect focusing of some images more than others, the target won’t drop below your horizon during the process, etc.
Configureer het hulpmiddel voor # keer focus (5 is een goed begin), referentiefilter (bijv. Lum) en instelling Adaptieve focus. Voer het hulpmiddel volledig uit tot.
Bekijk de resultaten. Voor elk filter bekijk elke AF uitvoering en zoek naar buitenliggers. Voor elke buitenligger bepaal wat te doen, bijv. verwijderen ui de verwerking door het op 0 te zetten. Als er filters zijn waarover u niet gelukkig bent met de resultaten, deactiveer het keuzevakje opslaan voor die filters.
Alles goed, druk op Opslaan om de filteroffsets op te slaan naar Filterinstellingen voor toekomstig gebruik.
Focus Display¶
The focus display, displays a FITS viewer window onto the frame taken during the focus process. If
Ring Mask
is selected, then the mask is drawn on the image. All the stars detected by Ekos based on the selected parameters, have their HFR value displayed next to the associated star (unless Measure is set to FWHM).If
Mosaic Mask
has been selected then the FITS viewer displays the mosaic 3x3 grid showing the center, edges and sides as configured in the Mosaic Mask options.Het venster ondersteunt de volgende opties van de FITS-viewer (aan de bovenkant van het venster):
Zoom in
enZoom uit
.
Standaard zoom
enZoom om te passen
.
Toggle Stretch
: Toggle screen stretch on or off.
Toggle Crosshairs
: Toggle crosshairs on or off.
Toggle Gridlines
: Toggle pixel gridlines on or off.
Toggle Stars
: Toggle star detection on or off.
View Star Profile
: Launches theView Star Profile
dialog.
V-kromme¶
De V-kromme toont de positie (x-as) van de focuser versus focus Meting, bijv. de Half-Flux-Radius (HFR) (y-as). Elk datapunt wordt in de grafiek getekend en gerepresenteerd door een cirkel met een getal dat het datapunt representeert. Hoeveel datapunten genomen worden en hoe de focuser zich verplaatst wordt bepaald door de gekozen parameters.
For certain algorithms, Ekos will also draw a curve of best fit through the datapoints. If
Use Weights
is selected then error bars are indicated on each datapoint that correspond to the standard deviation in measured value.The units of the y-axis depend on the selected focus Measure. For example, for HFR, the y-axis will either be in Pixels or Arc seconds depending on how
Display Units
is set.If
Refine Curve Fit
is selected, Focus will check for and potentially exclude outlying datapoints. In this case datapoints 1, 5 and 7 were excluded.Onder de V-kromme worden een aantal parameters getoond:
HFR
: Displays the star HFR for the most recent datapoint if relevant.
FWHM
: Displays the star FWHM for the most recent datapoint if relevant.
Stars
: The number of stars used for the most recent datapoint.
Iteration
: The number of datapoints taken so far.
Relative Profile...
: Invokes the Relative Profile popup.
Clear Data
: Resets the V-Curve graph by clearing the displayed data.Hier is een V-kromme wanneer Meting is ingesteld op HFR Adj:
Hier is een V-kromme wanneer Meting is ingesteld op FWHM:
Here is a V-Curve when Measure is set to # Stars. In this case the Critical Focus Zone (CFZ)
Display
checkbox has been checked so the CFZ is displayed as well:Hier is een V-kromme wanneer Meting is ingesteld op Fourier:
Bij framen, het grafiekformaat wijzigt in die van een “tijdserie”, waar op de horizontale as het nummer van de frames wordt weergegeven. Hierdoor kunt u zien hoe Meting, in dit geval HFR, verandert van frame tot frame.
Dit is erg nuttig, bijvoorbeeld, bij proberen om het systeem in ongeveer focus te zetten alvorens een Autofocus uit te voeren. In dat geval wordt Framing gestart en de knoppen Stap in en Stap uit worden gebruikt om focus en het effect op de V-kromme te bekijken.
Relatief profiel¶
Het relatieve profiel is een grafiek van de relatieve waarden van de HFR, ten opzichte van elkaar. Lagere HFR-waarden leiden tot smallere grafieken, en omgekeerd. De aaneengesloten rode kromme is het profiel van de huidige waarden van de HFR, de gestippelde groene kromme is die voor de vorige HFR-waarden. De magenta kromme is die van de eerst gemeten HFR. Hierdoor kunt u de kwaliteit beoordelen van het resultaat van het autofocusproces.
Hoe opzetten voor het doen van een autofocus¶
The exact settings that work best for a given astronomical setup need to be worked out by the user using trial and error. A good place to start is the Focus Advisor section. Run Focus Advisor and accept its recommendations. It uses the Linear 1 Pass algorithm:
Setup Backlash. See the Backlash section for more details.
Initial Step Size. This is a critical parameter. You may have an idea from other people with a similar setup. If not you can try setting it from the Critical Focus Zone (CFZ) for your equipment. See the CFZ section for more details.
Start near to focus by manually finding focus. Use the
Start Framing
option and manually adjust the focus to get to approximate focus.Ga na dat er genoeg sterren worden gevonden. Verhogen van de belichting laat meer sterren vinden (maar maakt het proces van focussen langer).
Autofocus uitvoeren. Dit is het soort V-kromme waar u naar zoekt:
Als tegenstelling toont het volgende plaatje een Initiële stapgrootte die te laag is ingesteld. De HFR varieert van ongeveer 0.78 tot 0.72. Wat een max / min geeft van net iets meer dan 1. De andere clue is dat dit een slechte opzet is omdat de reeks foutstreepjes erg groot is vergeleken met de HFR-verplaatsing wat betekent dat de kromme die de oplosser tekent een kromme is door heel wat ruis, wat betekent dat de resultaten niet erg accuraat zullen zijn.
Speling van focuser¶
Speling in de opzet van de focuser is vanwege een combinatie van speling in de elektronische focuser zelf (bijv. in het tandwielmechanisme), in de verbinding van de elektronische focuser met de trekbuis van de telescoop en in het mechanisme van de trekbuis van de telescoop . Dus elke opstelling zal zijn eigen spelingskarakteristieken hebben, zelfs als dezelfde focuser wordt gebruikt.
Het is belangrijk om een heldere strategie te hebben voor het omgaan met speling en Focus juist in te stellen voor de gekozen strategie. Het beste is speling te beheren op één plek om conflicten te voorkomen. Terwijl het mogelijk is om speling op meerdere plaatsen te beheren (dit is met succes gedaan) is het niet in het algemeen aanbevolen omdat het kan leiden tot conflicten tussen software componenten en de focuser.
Er zijn verschillende manieren om speling in streepjes te meten. Raadpleeg de documentatie van uw focuser of gebruik het internet inclusief het Indi-forum.
Er zijn verschillende zaken om te beschouwen bij het uitwerken van hoe om te gaan met speling:
Geen speling: als u zo gelukkig bent om een opstelling te hebben zonder speling dan wordt het zinvol om
Speling in stuurprogramma
enAF-overscan
uit te zetten (instellen op nul)Speling beheerd door focuser: als uw focuser de mogelijkheid heeft om speling zelf te beheren dan kunt u deze mogelijkheid gebruiken en
Speling van stuurprogramma
enAF-overscan
uit te zetten (instellen op nul). Alternatief, als het mogelijk is, dan kunt u de mogelijkheid van de speling van de focuser uitschakelen en ofwel het apparaatstuurprogramma of AF-overscan gebruiken om speling te beheren.Speling beheerd door apparaatstuurprogramma: als uw apparaatstuurprogramma de mogelijkheid heeft om speling zelf te beheren dan kunt u deze faciliteit gebruiken en
AF-overscan
(ingesteld op nul) voor speling uit te zetten. Alternatief kunt u de mogelijkheid van de speling van het apparaatstuurprogramma uitschakelen enAF-overscan
instellen.To know whether the device driver supports backlash, check the
Driver Backlash
field. If it is enabled and you can set values then the driver supports Backlash. If the field is disabled then the driver does not support Backlash.AF-overscan: de Focus-module kan speling zelf beheren door overscan bij uitwaartse bewegingen door de waarde in het veld
AF-overscan
. Bijvoorbeeld, alsAF-overscan
is ingesteld op 40 dan zal wanneer Focus de focuser uitwaarts beweegt, het dat doet in 2 stappen. Eerst verplaatst het de focuser 40 streepjes voorbij waar het wil eindigen; daarna beweegt het terug met 40 streepjes.The advantage of
AF Overscan
is that you do not need to know Backlash exactly, you just need to set the AF Overscan >= backlash. So, for example, if you measure backlash as around 60 ticks then you could set AF Overscan to 80.
AF-overscan
is ook nuttig waar speling niet exact is te voorspellen. Bijvoorbeeld, als metingen van speling iets verschillende waarden opleveren, bijv. 61, 60, 59 streepjes dan kanAF-overscan
gebruiken deze inconsistentie effectief neutraliseren. Waar uSpeling van focuser
gebruikt zou u waarschijnlijk de waarnemingen middelen en de waarde op 60 zetten. Soms zal dit juist zijn en alle speling compenseren; soms zal het een beetje tekort; en soms zal het teveel zijn.Alle bewegingen van de focuser beheert door Focus zal
AF-overscan
toepassen, inclusief uitwaarts stappen, Gaan naar, Autofocus doen, Adaptieve focus bewegingen, Adaptieve startpositie verplaatsingen en Vlakken nemen op dezelfde positie als lichten.
Adaptive Focus¶
Ekos ondersteunt het concept van Adaptieve focus (AF). Zonder AF zou een typisch plan voor afbeeldingen beginnen met een Autofocus doen daarna een sequentie van subframes, daarna en Autofocus doen, etc. Autofocus doen zou gestart worden door een aantal factoren zoals tijd, filterwijziging, temperatuurwijziging, etc. Dus in de basis als een sequentie die subframes doet die worden genomen iets weg van de optimale focus tot een drempelwaarde (bijv. temperatuurwijziging) een doen van Autofocus start.
Het idee van AF is om focus als aan te passen als omgevingsfactoren wijzigen om te proberen elk subframe op te nemen zo dicht mogelijk bij optimale focus. Ideaal is het effect van Adaptieve focus als doen van Autofocus voor elk subframe maar zonder de overhead van het echt doen ervan.
AF werkt als een aanvulling op de verschillende starters voor Autofocus die nu beschikbaar zijn in Ekos. Het is dus niet nodig om de starters van Autofocus te wijzigen bij het beginnen met gebruik van AF. Aan het begin is het inderdaad niet aanbevolen om condities voor Autofocus te verzachten bij gebruik van AF. Echter, na enige tijd, als het vertrouwen in AF groeit zou het mogelijk zijn om minder Autofocus te doen (en daarom meer opnamen). Maar op beide manieren zou elk subframe meer in focus moeten zijn bij gebruik van AF, als het juist is opgezet.
Dus hoe weet u of AF nuttig zou zijn voor uw opzet of niet? Misschien is de eenvoudigste manier subframes te bekijken net na een Autofocus en ze te vergelijken met subframes net voor de volgende Autofocus. Kunt een verschil zien in focus? Als u een opzet hebt waar het focuspunt tolerant is voor omgevingswijzigingen tussen keren Autofocus dan kan AF misschien niets toevoegen aan uw afbeeldingen; als u echter een opzet hebt die gevoelig is voor omgevingswijzigingen en de frequentie van Autofocus doen is een compromis tussen kwaliteit en opnametijd dan zou AF de kwaliteit van uw subframes verbeteren.
AF ondersteunt nu twee omgevingsvariabelen: temperatuur en hoogte (van het doel van de afbeelding):
Temperatuur. Alle components van het opnamesysteem zullen beïnvloed worden door wijzigingen in de omgevingstemperatuur. De meest zichtbare zal de telescoopbuis zijn. Deze zal typisch uitzetten als de temperatuur toeneemt en krimpen als deze afneemt. Dit zal het focuspunt beïnvloeden. Maar ook het optische pad die het licht van het op te nemen doel gaat door de atmosfeer en door het opnamecomponenten van de telescoop zullen beïnvloed worden door de temperatuur en daarom het focuspunt beïnvloeden.
Het is nodig een betrouwbare bron voor temperatuurinformatie beschikbaar te hebben voor de focusmodule om de temperatuurfunctie van AF te gebruiken.
Waar de temperatuurbron gelokaliseerd is is, natuurlijk, aan de gebruiker. Gegeven de wijzigingen in temperatuur heeft deze effect op vele componenten en is het niet duidelijk waar de beste locatie zou moeten zijn. Enig experimenteren kan vereist zijn om de beste resultaten te krijgen maar als een richtlijn, de bron zou bij de opnametrein moeten zijn maar niet dicht bij een verhittingseffect van elektrische apparatuur die de temperatuurbron verhit maar niet de optische trein. Consistentie in de locatie lijkt ook belangrijk.
Hoogte. Sommige gebruikers hebben gerapporteerd dat het focuspunt wijzigt met de hoogte van het doel. Dit effect zal waarschijnlijk kleiner zijn dan het temperatuureffect en kan verwaarloosbaar zijn voor sommige opzetten.
Om AF te gebruiken moet u eerst uitwerken of u wilt aanpassen voor temperatuur, hoogte of beide. Als u nieuw bent in AF is het aanbevolen om met temperatuur te beginnen en nadat u dat werkend hebt, te bepalen of uw uw opzet zou profiteren van het toevoegen van hoogte.
The first step is to workout the
Ticks / °C
and/orTicks / °Alt
for your equipment. To do this there is an existing utility in Ekos whereby when Focus logging is enabled, in addition to adding focus messages to the debug log, every time an Autofocus run completes, information is written to a text file in a directory called focuslogs located in the same place as the debug logs directory. The files are called “autofocus-(datetime).txt”. The data written are: date, time, position, temperature, filter, HFR, altitude. This data will need to be analysed outside of Ekos to determine theTicks / °C
and if required theTicks / °Alt
.Hier is een voorbeeld van een bestand “autofocus-(datetime).txt”:
Op dit moment ondersteunt Ekos supports een eenvoudige lineaire relatie tussen temperatuur, of hoogte, en streepjes. In de toekomst, als er vraag naar is, zouden meer geavanceerde relaties ondersteund kunnen worden. Een lineaire relatie zal de hoofdmoot van het voordeel van AF zijn en is tamelijk direct toe te passen. Meer complexe relaties zouden accurater kunnen zijn maar komen met complexere administratie. Merk op dat ook een meer complexe relatie tussen focuspunt versus temperatuur waarschijnlijker min of meer lineair zal zijn voor kleine wijzigingen in temperatuur.
A way to get a value for
Ticks / °C
would be to take the data from the autofocus-(datetime).txt files from a few nights of observing into a spreadsheet and graph focus position against temperature for each filter. Review the data and remove any outliers and plot a line of best fit. Use the line to getTicks / °C
. If you intend to adapt for altitude as well as temperature, then it would be better to use a set of data at similar altitude when calibrating temperature. Then it’s possible to calculate the effect of Temperature and remove this from the data when calculating the effect of Altitude.U moet nagaan dat uw positie van focus te herhalen is bij dezelfde temperatuur en hoogte en dat er niet glipt van de focuser of niet te compenseren speling. Bovendien, bij kalibreren is het beter om wijzigingen in de optische trein te vermeiden op een manier die positie van focus zou kunnen wijzigen. Als dit niet is te vermeiden en als de wijziging de positie van focus beïnvloedt dan is het nodig om de historische gegevens van focus aan te passen zodat ze vergeleken kunnen worden.
A simple approach is to start with a small amount of data, say 1 night and use this to calculate, say the Ticks / degree C. Run with this and adjust it over time as you collect more data. A way to check how well AF is performing would be to use Analyze to review how AF had moved the focus over 1 hour. If things are spot on, then where ever AF had positioned the focuser after 1 hour would match the Autofocus result. Where there is a discrepancy, it will be because of randomness in the Autofocus result and miscalibration in the AF
Ticks / °C
. By doing this regularly you will build knowledge of your equipment and be able to fine tune AF. Below is a screenshot of Analyze configured for Focus where you can see how Focus position changes throughout the imaging session:Once you have your data you can configure it in the Filter Settings popup. Then in Focus, switch on Adaptive Focus in Focus Settings. At this point, when you run a sequence, Ekos will check after each subframe whether it needs to adapt the focuser position. If so, Focus will do that and then Capture will continue with the next Subframe.
The screenshot at the top of this section shows an example.
Ticks / °C
is set to 9. Autofocus ran and it solved at 36580 at 10C. Then a simple sequence of 5 subframes was run. The temperature was firstly set to 9C then to 8C. After each subframe completed, Ekos performed an adaptive focus run and where there was a temperature change it calculates the number of ticks to move the focuser. In this example, the focuser was moved inward by 9 ticks on 2 separate occasions, starting at 36580, before moving to 36571 and then to 36562 as shown on the Focus Tab in the Current Position widget and in the message box.The Adaptive Focus concept has been built into the Build Offsets tool.
Determinatiecoëfficiënt, R²¶
The Coefficient of Determination, or R², is calculated in order to give a measure of how well the fitted curve matches the datapoints. More information is available here. This feature that is available for the Linear 1 Pass focus algorithm. In essence, R² gives a value between 0 and 1, with 1 meaning a perfect fit where all datapoints sit on the curve, and 0 meaning that there is no correlation between the datapoints and the curve. The user should experiment with their equipment to see what values they can obtain, but as a guide, a value above, say 0.9 would be a good fit.
There is an option to set an “R² Limit” in Focus Settings that is compared to the calculated R² after the auto focus run has completed. If the limit value has not been achieved, then the auto focus is rerun.
Een limiet voor R² instellen zou nuttig kunnen zijn voor onbewaakte waarnemingen als het doen van autofocus een slecht resultaat voor een enkele reden heeft. als de reden niet niet tijdelijk is dan zal opnieuw doen geen verbetering brengen.
Als de limiet voor R² niet is bereikt en het focusproces is opnieuw gedaan en het mislukt opnieuw om de limiet voor R² te behalen, dan wordt het doen van autofocus gemarkeerd als succesvol om te vermijden dat het proces stokt en autofocus altijd doorgaat.
Deze functie wordt uitgezet door de limiet van R² op 0 te zetten.
Levenberg–Marquardt-oplosser¶
Het algoritme Levenberg-Marquardt (LM) wordt gebruikt om niet-lineaire minste kwadraten problemen op te lossen. De GNU Science Library levert een implementatie van de oplosser. Deze hulpbronnen leveren meer details:
The Levenberg-Marquardt algorithm is a non-linear least-squares solver and thus suitable for many different equations. The basic idea is to adjust the equation y = f(x,P) so that the computed y values are as close as possible to the y values of the datapoints provided, so that the resultant curve fits the data as best as it can. P is a set of parameters that are varied by the solver in order to find the best fit. The solver measures how far away the curve is at each data point, squares the result and adds them all up. This is the number to be minimized, let’s call it S. The solver is supplied with an initial guess for the parameters, P. It calculates S, makes an adjustment to P and calculates a new S1. Provided S1 < S then we are moving in the right direction. It iterates through the procedure until:
de delta in S minder is dan een gegeven limiet (convergentie is bereikt), of
het maximum aantal iteraties (herhalingen) is bereikt, of
de oplosser kwam een fout tegen.
De oplosser kan zowel een ongewogen of gewogen set datapunten oplossen. In essentie is geeft een ongewogen set van data gelijke gewichten aan elk datapunt bij de poging van fitten van een kromme. Een alternatief is om elk datapunt een gewicht te geven dat overeenkomt met hoe nauwkeurig de meting van het datapunt in werkelijkheid is. In ons geval is dit de variantie van de HFR van de ster verbonden met het datapunt. De variantie is de standaarddeviatie in het kwadraat.
Op dit moment wordt de oplosser gebruikt om te fitten op ofwel een parabolische of een hyperbolische kromme.
Aberration Inspector¶
De aberratie-inspecteur is een hulpmiddel die gebruik maakt van autofocus om backfocus en kanteling van sensor in de verbonden optische trein te analyseren.
To run Aberration Inspector press the
Aberration Inspector
button. See Focus Tools for more details. The following criteria must be met in order for the button to be active and the tool to work:
De focuser moet een absolute focuser zijn.
Het focusalgoritme moet Lineair 1 doorgang zijn.
Een mozaïekmasker moet toegepast worden.
Focuser step size needs to be setup. It is the number of microns the focal plane moves for 1 focuser tick. This is setup in the CFZ dialog. See the CFZ section for more details.
Wanneer de knop Inspecteur wordt ingedrukt zal AutoFocus worden uitgevoerd, maar daarnaast, voor elk gegevenspunt, wordt extra informatie voor later gebruik opgenomen door de Aberratie-inspecteur. Nadat Autofocus voltooid is, wordt de dialoog van Aberratie-inspecteur getoond.
Om initieel het hulpmiddel in te stellen voor gebruik is het aanbevolen het volgende te doen:
Wijs naar een deel van de hemel waar Autofocus goed wordt opgelost. Dit zou typisch hoog aan de hemel zijn weg van enig obstakel. Kies iets met veel sterren zoals de Melkweg. De reden waarom dit belangrijker is voor de Aberratie-inspecteur dan Autofocus is dat analyse van focus nodig is voor elke tegel in het mozaïek. Daarom is het belangrijk dat elke tegel genoeg sterren heeft om Autofocus accuraat uit te voeren.
Voer Autofocus een aantal keren uit om er zeker van te zijn dat juist wordt opgelost en dat u een goede set sterren in elke mozaïektegel hebt. Terwijl de meeste focusparameters gebruikt kunnen worden wordt aangeraden om de parameters te gebruiken die het best werken voor Autofocus met uw apparatuur. De reden hiervoor is dat de Aberratie-inspecteur oplossen van focus voor elke mozaïektegel en niet alleen de sensor als geheel.
Een mozaïekmasker moet toegepast worden. Enig experimenteren zal vereist zijn om dit optimaal voor uw apparatuur in te stellen. De aan te passen configuratieparameter is de tegelgrootte die de grootte van de tegel is als een percentage van de sensorbreedte. Hoe hoger het percentage, hoe groter elke tegel, bijv. voor een 4:3 sensor met gebruik van een tegelgrootte van 25% betekent dat elke tegel 8% van het gebied van de sensor is. Een tegelgrootte van 10% betekent dat elke tegel 1% van het sensorgebied is. Hoe groter het gebied hoe meer sterren aanwezig zullen zijn en hoe beter het focusalgoritme zal oplossen. Echter het doel van de Aberratie-inspecteur is het leveren van informatie over aberraties (backfocus en kanteling) over de sensor, dus ideaal zou de informatie voor elke tegel specifiek moeten zijn voor een zo klein mogelijk gebied.
Het juiste punt voor tegelgrootte is een waarde zo klein mogelijk die nog steeds genoeg sterren bevat om goed op te lossen in elke tegel.
De Aberratie-inspecteur kan gebruikt worden in samenhang met een apparaat om kanteling en / of backfocus aan te passen. De methode om dat te doen is een iteratieve benadering, zoals bijvoorbeeld, collimeren van een telescoop. De stappen zijn:
Voer de aberratie-inspecteur uit en verkrijg resultaten.
Inspecteer de resultaten en ga na dat ze goed zijn, bijv. aantal sterren in elke tegel is voldoende en de R² is acceptabel voor alle relevante tegels.
Pas kanteling en / of backfocus aan met uw apparaat, gebaseerd op resultaten van de aberratie-inspecteur.
De Aberratie-inspecteur opnieuw uitvoeren. Deze zal een andere dialoog starten. Controleer de resultaten zoals eerder. Als de kanteling en / of backfocus beter wordt dan is de aanpassing op de juiste manier gedaan; zo niet draai de manier om en probeer opnieuw. Gebruik de terugkoppeling uit de vorige aanpassing voor de volgende aanpassing.
Herhaal het bovenstaande proces totdat de limiet van gevoeligheid van de apparatuur is bereikt.
Noteer de hoeveelheid aanpassing, bijv. hoe ver de bouten zijn verdraaid en de richting, rechtsom of linksom, zal variëren per apparatuur en moet ontdekt worden door de gebruiker door trial-en-error. Volg altijd de aanbevelingen van het apparaat voor kantelen / backfocus van de fabrikant op.
Elke keer dat Aberratie-inspecteur wordt uitgevoerd start het een nieuwe dialoog met het nummer van de uitvoering achtergevoegd aan de titel. Op deze manier kan het verschillende keren worden uitgevoerd en de resultaten vergeleken. Merk echter op dat de dialoog heel wat gegevens bevat (ruwweg 10x de hoeveelheid van een standaard uitvoering van Autofocus). De hiermee verbonden systeembronnen worden verwijderd wanneer de dialoog wordt gesloten. Om deze reden wordt, op weinig krachtige machines, nadat het hulpmiddel is gebruikt, aanbevolen om alle dialogen van de Aberratie-inspecteur te sluiten voor het maken van afbeeldingen.
De volgende secties beschrijven de secties van de dialoog van de aberratie-inspecteur.
Aberration Inspector V-Curve¶
Bovenaan de dialoog is enige besturing, gevolgd door de V-kromme. De besturingen zijn:
Tiles
: Three options are available:
Alles: Alle 9 tegels worden getoond.
Centrum en buitenste hoeken: de tegels in het centrum en de 4 hoeken worden getoond.
Centrum en binnenste ruit: De tegels in het centrum en 4 binnenste in de ruit worden getoond.
Labels
: Checkbox toggles focus point labels on the V-Curve.
CFZ
: Checkbox toggles whether the CFZ moustache is displayed on the V-Curve.
Optimise Tile Centres
: If unchecked, the geometrical centre of the tile is used; if checked, the centre of the tile is calculated as an average of the star positions within the tile. Whilst theoretically more accurate to check this option, it is likely to have a significant impact only if the number of stars is small.
Close
: Close the Aberration Inspector dialog.De V-kromme is gelijk aan de V-kromme in het hoofdtabblad Focus, behalve dat elke tegel wordt gerepresenteerd door zijn eigen kromme. Het aantal krommen wordt bepaald door de instelling van de keuzelijst
Tegels
. De x-as toont de positie van de focuser en de y-as de meting (bijv. HFR) gebruikt door Autofocus. Elke kromme heeft zijn eigen kleur en 2 tekens als identificatie getoond in de legenda.Zweef met de muis boven een minimum van de kromme om te meer informatie te zien over die kromme.
Aberration Inspector Table¶
The table displays information pertinent to each tile as selected by the
Tiles
setting.A tooltip like graphic is displayed when the mouse is hovered over either of the leftmost 2 columns. The graphic displays a picture of the sensor scaled to the dimensions of the sensor. Overlayed on the sensor are the tiles as selected by the
Tiles
setting. The tiles are scaled appropriately for the tile settings. Each tile is labelled with the Tile Name and the tile corresponding to the row that the mouse is hovering over, is highlighted in the colour of that tile.De volgende kolommen worden getoond:
Tile
: The 1 or 2 character name of the tile, e.g. TL = Top Left, C = Centre, etc.
Description
: Tile Description, e.g. Top Left, Centre, etc.
Solution
: The focus solution. This matches the solution on the V_Curve.
Delta (ticks)
: This is the delta of the solution for the current table row from the solution of the Centre tile. The Delta of the Centre row will, of course, be zero.
Delta (μm)
: This is Delta (ticks) converted to microns using the step size in microns as specified in the CFZ Focus tab.
Num Stars
: This shows the min / max number of stars detected during the Autofocus run. Usually, the minimum number would be a far out of focus datapoint and the max number would be the in focus datapoint.
R²
: R-squared of the curve fit for this tile. See Coefficient of Determination for more details.
Exclude
: Checkbox to include / exclude this tile in calculations. By default, if a tile has been curve fitted it will be included; if a tile was not curve fitted then it will be excluded. In addition, the user may decide that a particular tile may contain poor quality data, for example the R² is low; or the number of stars is low. In this case the Exclude can be checked and this row will be excluded from calculations. Note that by excluding some rows, some calculations may not be performed. If the Centre tile is excluded, no calculations can be performed.Merk op dat terwijl het mogelijk is tegels uit te sluiten en nog steeds berekende waarden te krijgen, als de gegevens een slechte kwaliteit hebben dan is het aan te bevelen de Aberratie-inspecteur opnieuw uit te voeren in plaats van doorgaan met een slechte kwaliteit gegevens.
The recommended approach is to check the table for quality data and once achieved, move onto analysing the Aberration Inspector Results.
Aberration Inspector Results¶
De berekeningsresultaten worden in deze sectie getoond, gebaseerd op de gegevens getoond in de tabel:
Backfocus Δ
: This is the value of the Backfocus delta. The nearer to perfect backfocus, the lower the backfocus delta. Note that the Backfocus delta gives a clue as to how far out the Backfocus is, in terms of scale and direction, but is not the amount by which the sensor needs to be moved. The relationship between backfocus Delta and how far to move the sensor will vary with the equipment used, and needs to be worked out by the user.Het veld geeft de richting van de verplaatsing van backfocus aan vereist om backfocus te verbeteren: ofwel verplaats de sensor dochter naar de vlakmaker van het veld (telescoop) of verplaats deze verder weg.
Left-Right Tilt
: Gives the Left to Right tilt in microns and as a percentage.
Top-Bottom Tilt
: Gives the Top to Bottom tilt in microns and as a percentage
Total Tilt
: The diagonal tilt in microns and as a percentage.
Hoe kleiner de backfocus-delta hoe dichter de sensor is bij perfecte backfocus. Als de vlakmaker van het veld het veld niet helemaal vlak maakt aan de randen van de sensor dan zal dit zichtbaar blijven door omschakelen van de tegeloptie tussen “Centrum en buitenste hoeken” en “Centrum en binnenste ruit”. Als de backfocus-delta resultaten consistent zijn wanneer de tegeloptie wordt gewijzigd dan geeft dat aan dat de vlakmaker van het veld werkt aan de hoeken van de sensor.
Er zal altijd enige backfocus-delta zijn vanwege ruis in de observatiegegevens. Het belangrijkste is dat wanneer in focus, sterren circulair zijn in alle delen van de sensor.
Hoe kleiner de hellingpercentages, hoe dichter de sensor is vlak is ten opzichte van het vlak van licht uit de vlakmaker / telescoop. Net als met backfocus-delta, is er altijd enige ruis in de gegevens, die aanwezig zal zijn als helling. Het belangrijkste is dat wanneer in focus de stergrootten consistent zijn over alle delen van de sensor.
Vanwege de natuur van backfocus-delta en hellingberekeningen, zal het ene de ander beïnvloeden dus zal het waarschijnlijk beter zijn om beiden tegelijk aan te passen, in kleine stappen, in plaats van de ene los van de ander perfect te maken, alvorens de ander aan te passen.
Aberration Inspector 3D Graphic¶
The 3D graphic displays the sensor tilted as per the Aberration Inspector Results. To help visualise the Petzval surface (see Petzval Field Curvature for more details) of light coming out of the telescope and incident on the sensor the surface is also modelled. The higher the backfocus error, the more curved the Petzval surface.
De grafiek kan gezoomd en gedraaid worden met gebaren. Om te zoomen gebruik knijpen. Om te draaien gebruik aanraken-en-verplaatsen.
De grafiek heeft een modus simulatie die backfocus en kantelen biedt om aangepast te worden door de schuifregelaars. Het effect op de kanteling van de sensor en het Petzval-oppervlak wordt getoond in de grafiek.
De volgende opties zijn beschikbaar voor de grafiek:
Selection
: The following options are available:
Geen: geen selectie is mogelijk.
Item: een gegevenspunt kan geselecteerd worden en gegevenswaarden worden getoond.
Doorsnee: een 2D doorsnee door de 3D-grafiek wordt getoond.
Theme
: A number of colour themes are available.
Labels
: Checkbox to show / hide tile labels on the graphic.
Sensor
: Checkbox to show / hide the sensor.
Petzval Wire
: Checkbox to show / hide the Petzval surface as a graphic wire.
Petzval Surface
: Checkbox to show / hide the Petzval surface.
Sim Mode
: Checkbox to toggle Simulation Mode on / off. When off, the graphic displays the sensor and Petzval surface based on the calculated results of the Aberration Inspector run. When on, the sliders for Backfocus, Left-to-Right tilt and Top-to-Bottom tilt are activated, and these can be dragged by the user to adjust the graphic. Hover the mouse over each slider to see the tooltips describing what each slider does.The 3D graphic is not essential to using Aberration Inspector. All relevant information is displayed in the Table and Results sections of the dialog. Its purpose is to aid the user in understanding Aberration Inspector and to orient themselves with the information the tool provides.